2.4 - Strijden en Sporten

Planning
1. 5 minuten lezen
2. 2.4 en extra uitleg over de Olympische Spelen
3. Aan de slag?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Planning
1. 5 minuten lezen
2. 2.4 en extra uitleg over de Olympische Spelen
3. Aan de slag?

Slide 1 - Diapositive

De Oude Grieken

2.4 Strijden of Sporten

Slide 2 - Diapositive

2.4 Strijden of sporten
1. Je weet hoe de Grieken samen streden tegen de Perzen
2. Je weet welke oorlog de Grieken onderling voerden
3. Je weet hoe de Grieken samen sportten ter ere van de goden

Slide 3 - Diapositive

Vaardigheid: Oorzaak, gevolg, aanleiding

oorzaak: waarom of waardoor iets gebeurt.
gevolg: datgene dat gebeurt na de oorzaak.
aanleiding: is de belangrijkste oorzaak voor een gebeurtenis

Feiten en meningen

Slide 4 - Diapositive

Grieken tegen de Perzen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Nakijken huiswerk
3. Herhaling: de Olympische Spelen
4. Aan de slag en begin 3.1

Slide 7 - Diapositive

Opdracht:
Lees de eerste twee kopjes theorie van paragraaf 2.4. 
Grieken tegen de Perzen en Grieken tegen Grieken.
Maak 2 kolommen, zet in de eerste kolom alle oorzaken, zet in de tweede kolom alle gevolgen. Noteer als je die kan vinden ook de aanleiding, leg daarbij uit waarom dit volgens jou de aanleiding is geweest.
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Oorzaken
1. Grieken vallen Perzen aan & Perzen hebben een motief om aan te vallen
1. Griekse stadstaten werken samen tegen de Perzen
1. Grieken vallen (met Alexander de Grote) Perzen aan
2. Buitenlandse politiek van Athene (bazig)
2. Handelsconflict (aanleiding)
Gevolgen
1. Perzen worden verslagen en komen nooit meer terug
2. Peleponneschische oorlog -> Sparta wint

Slide 9 - Diapositive



Bekijk 30 seconden erg goed naar het plaatje. Je krijgt er zo een vraag over:

Slide 10 - Diapositive


Welke 6 sporten beoefende de Grieken tijdens de Olympische Spelen?

Slide 11 - Question ouverte

Antwoorden


1. Hardlopen

2. Speerwerpen

3. Discuswerpen

4. Worstelen

5. Boksen 

6. Ver springen

Slide 12 - Diapositive

De oude Olympische Spelen

776 v. Chr. tot 393 n. Chr.

Elke vier jaar

Ter ere van Zeus

Sporters droegen geen kleren

Eerder in het jaar spelen voor de vrouwen

Ter ere van Hera

Met kleding

Slide 13 - Diapositive

De moderne Olympische Spelen

Opgravingen 19e eeuw De Coubertin

1896 in Athene

Om de vier jaar

Telkens in een andere stad

1920 Olympische eed

1928 Olympische vlam


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Twee uitspraken over de Olympische Spelen:

I. De Olympische Spelen werd gehouden ter ere van de godin Olympia, vandaar de naam "Olympische Spelen".
II. Als stadstaten met elkaar in oorlog waren, sloten ze vrede als de Olympische Spelen werden gehouden.

A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
Uitspraak I is juist, Uitspraak II is onjuist
D
Uitspraak I is onjuist, Uitspraak II is juist.

Slide 16 - Quiz

In welke Griekse stad zijn de eerste Olympische Spelen gehouden?
A
Athene
B
Olympia
C
Delphi
D
Issos

Slide 17 - Quiz

Wat werd in de Griekse Oudheid tijdens de Olympische Spelen tijdelijk stilgezet?
A
Theatervoorstelling, zoals tragedies en komedies
B
Oorlogen
C
De handel tussen stadstaten
D
Offers brengen aan Griekse goden

Slide 18 - Quiz

Hoe heette de belangrijkste god van de Oude Grieken?
A
Aphrodite
B
Zeus
C
Poseidon
D
Odysseus

Slide 19 - Quiz

Wat was in de Griekse oudheid geen Olympische sport?
A
Hardlopen
B
Discuswerpen
C
Kogelstoten
D
Speerwerpen

Slide 20 - Quiz


Hiernaast zie je de Olympische ringen. Welk werelddeel (= continent) stelt de rode ring voor?
A
Europa
B
Azië
C
Afrika
D
Noord-Amerika

Slide 21 - Quiz

Hoe vaak worden de Olympische Spelen gehouden?
A
Eens in de 2 jaar
B
Eens in de 4 jaar
C
Eens in de 5 jaar
D
Eens in de 10 jaar

Slide 22 - Quiz

Waar waren de Olympische Spelen in 1928?
A
Amsterdam
B
Berlijn
C
Athene
D
Londen

Slide 23 - Quiz