Module E1 week 1

• Module E1
• MBO
• Studiejaar 1

Module E1

Leerdoelen

Werkproces 5 (B1-K1-W5): Communiceert met de zorgvrager en het sociale netwerk  (communicator)'

Aan het eind van deze module kun je met de zorgvrager en diens naasten in een laag- tot midden-complexe zorgsituatie communiceren ter bevordering van behandeling en herstel.

Wat moet je maken/inleveren?

Kies 3 van de 4 oefenopdrachten die voor jouw ontwikkeling relevant zijn.

• Oefenopdrachten; VP-B-K1-W5-V1

• Oefenopdrachten; VP-B-K1-W5-V2

• Oefenopdrachten; VP-B-K1-W5-V3

• Oefenopdrachten; VP-B-K1-W5-V4

Casustoets communicatieve vaardigheden lesweek 8

Opdracht V1

Feedback V1

Opdracht V2

Feedback V2

Opdracht V3

Feedback V3

Opdracht V4

Feedback V4

Wat weet je over communicatie?

Het doel van communiceren ​

'Het doel van communiceren is contact maken om de ander te bereiken en zo elkaar beter te kunnen begrijpen. Dat doe je vooral door de boodschappen zo te coderen en te decoderen dat je elkaars boodschap ontvangt en verzendt zoals die bedoeld is. Je begrijpt elkaar, je zit op dezelfde golflengte, er is goed contact' (Vilans, 2019)​

Het communicatieproces​

Informatie tussen zender en ontvanger coderen en decoderen​.

Interne communicatieproces = niet zichtbaar​

Externe communicatieproces = zichtbaar   

Opdracht

Ga op Itslearning naar het 'Communicatiewerkblad Een goed gesprek'.

Neem de theorie door en voer de opdracht uit:

- loop door de ruimte

- op het ’stopteken’ staat iedereen stil en gaat een goed gesprek aan met degene die het dichtst bij hem of haar staat over je plannen met Carnaval

- na 4 minuten wissel je van ‘rol’ en de ander vertelt dan over zij/haar plannen met Carnaval. De ‘luisteraar’ zorgt er deze ronde voor dat het een ‘goed fout’ gesprek wordt, dat het gesprek mislukt. 

- Stop na 4 minuten. Bespreek met elkaar de verschillen. 

Op welke momenten voer je een gesprek met de zorgvrager?

Welke gespreksvormen ken je?

Opdracht

Ga naar https://www.smore.com/7qgy8-module-e1 (zie fijnmazig authentieke situatie)

- bekijk de video’s ​

- beantwoord de vragen zoals bij de video’s zijn gesteld

Huiswerk

Beschrijf een situatie (op BPV) waarbij de communicatie niet verliep zoals je had gewenst. Hanteer hierbij de 5 G's:

1. Gebeurtenis
2. Gedachten
3. Gevoel
4. Gedrag
5. Gevolg

Als je dit hebt uitgewerkt onderzoek je waar, wat, waarom en hoe je het anders had kunnen aanpakken. 

Neem je uitwerking mee naar de volgende bijeenkomst!

Module D