P1 Bezinken en filtreren

Bezinken en Filtreren
Je weet wat scheiden is.
Je weet wat scheidingsmethodes zijn.
Herhaling van verschillende mengsels.
Je weet wat bezinken is en waarop het gebaseerd is.
Je weet wat filtreren is en waarop het gebaseerd is.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bezinken en Filtreren
Je weet wat scheiden is.
Je weet wat scheidingsmethodes zijn.
Herhaling van verschillende mengsels.
Je weet wat bezinken is en waarop het gebaseerd is.
Je weet wat filtreren is en waarop het gebaseerd is.

Slide 1 - Diapositive

Type mengsel
Wat is het?
helder of troebel
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Emulsie
Suspensie
Troebel
Troebel
Helder
Helder
Helder
Vloeistof + vaste stof
2 vloeistoffen
2 vloeistoffen
Vloeistof + gas
Vloeistof + vaste stof

Slide 2 - Question de remorquage

Scheiden
Sorteren van stoffen
Scheidingsmethoden
bezinken en afschenken
filtreren
indampen
extraheren
destilleren
Adsorberen

Slide 3 - Diapositive

Bezinken en afschenken
Vaste stof met hogere dichtheid zinkt naar de bodem
Heldere vloeistof met lagere dichtheid drijft
Op de bodem bevind zich neerslag

Slide 4 - Diapositive

Filtreren
Scheiden op deeltjesgrootte
Wat je tegenhoud hangt af van de grootte van de poriën
Residu blijft achter, filtraat gaat door het filter

Slide 5 - Diapositive

Wat doen we bij scheiden
A
stoffen kapot maken
B
Stoffen uit elkaar halen
C
Stoffen sorteren

Slide 6 - Quiz

Waarop is de scheidingsmethode bezinken en afschenken gebaseerd
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Aanhechtingsvermogen

Slide 7 - Quiz

Waarop is de scheidingsmethode filtreren gebaseerd
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Aanhechtingsvermogen

Slide 8 - Quiz

Hoe noem je wat bij bezinken naar de bodem zakt?
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je wat in het filter achterblijft
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je wat door het filter gaat
A
neerslag
B
residu
C
filtraat
D
destilaat

Slide 11 - Quiz