2v_wdh Kasus, alles_quiz

• het
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Du hast 3 min für:

je hebt 3 min om:

• te gaan zitten (altijd 1 plek vrij laten)

•  jas uit
• oortjes uit
• mobiel in je tas
• laptop (gesloten) op tafel
• schrift/boek
  

Am Ende der Stunde...

... hast du den 1., 3., 4. wiederholt..

Programm

• An die Arbeit
  
• Besprechen
  
• Quiz : )
  
• Abschluss:
  

Alles door elkaar!!! Schrijf de juiste vorm op

1. ___________ ___________ (zonder mijn) beste Freundin komme ich nicht zu dir.
2. Ich danke ___________ (hem) für ___________ (zijn) Hilfe (v).
3. ___________ (Jij) bist der beste Opa der Welt!
4. Es gibt hier ___________ (geen) Parkplätze (mv).
5. Wann sehen wir ___________ (jullie) wieder?
6. Marieke bringt ___________ (haar) Nachbarn (m) die Zeitung.
   

hulp nodig?

>>> samenvatting

das große Deutschland-Quiz

Frage 1: Wieviele Einwohner hat Deutschland?

1. 82 Millionen
2. 802 Tausend
3. 75,3 Millionen

Was ist die Hauptstadt von Deutschland?

1. Hamburg
2. Düsseldorf
3. Berlin
4. Köln

Welke 3 winkelketens zijn van oorsprong Duits?

Welke volgorde van kleuren heeft de Duitse vlag?
(invullen in het Nederlands
en met alleen een spatie ertussen)

Sleep de plaatsnaam naar de juiste plek

Berlin

Köln

Dresden

Trier

Neu Schwanstein

00:06-00:09

Berlin

Berlin

00:10-00:13

Köln

00:17-00:20

Dresden

00:30-00:33

Neu Schwanstein

00:41-00:44

Wuppertal

00:46-00:49

Trier

Trier

Welke 6 automerken zijn van oorsprong Duits?

Wie heißt dieses Programm in den Niederlanden?

Wie spät ist es?

1. Es ist Viertel vor fünf.
2. Es ist Viertel vor vier.
3. Es ist fast vier Uhr.
4. Es ist Viertel nach vier.

In Duitsland wordt elk jaar per persoon .... liter bier gedronken.

1. 86
2. 150
3. 31
4. 95

Op welk plaatje zie je het Duitse gerecht "Knödel"?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wie heißt diese Torte?

1. Schwarzwälderkirschtorte
2. Bienenstich
3. Maulwurfkuchen
4. Süßer Kirschenmichel

Wat is de meest voorkomende Duitse achternaam?

1. Schmidt
2. Jansen
3. Müller
4. Schneider

Welke zin is juist?

1. Isch wünsche euch schöne Sommerferien!
2. Ich wünsche euch schöne Sommerferien!
3. Ich wünsch ihr schöne Sommerferien!
4. Ich wünsch euch schönen Sommerferien!

Abschluss

NIET inpakken - luisteren:

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan afsluiting docente
  
• dan: klaar :)