Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.
Éléments de cette leçon
Hoeveel bloem, melk en eieren
heb je nodig?
Slide 1 - Question ouverte
Wat is de verhouding tussen het aantal kinderen en het aantal eieren?
Slide 2 - Question ouverte
Een school gaat met de bovenbouw kanoën. Er zijn 65 leerlingen en er passen 7 leerlingen in een kano. Hoeveel kano's moet de school huren?
Slide 3 - Question ouverte
Er zijn voor een optreden van een orkest 218 vrijkaartjes beschikbaar. Er zijn 19 muzikanten en er is 1 dirigent. Ze verdelen de kaartjes eerlijk, hoeveel kaartjes krijgt iedereen?
Slide 4 - Question ouverte
Je koopt 3,87 kilo appels. De appels kosten 2,35 per kilo. Hoeveel moet je betalen?
Slide 5 - Question ouverte
Je koopt 3,87 kilo appels. De appels kosten 2,35 per kilo. Je betaalt contant. Hoeveel moet je betalen?
Slide 6 - Question ouverte
Rond het getal 41,345 af op een geheel getal.
Slide 7 - Question ouverte
Rond het getal 13 455 989 af op honderdduizendtallen
Slide 8 - Question ouverte
Rond het getal 758,4672 af op 2 decimalen
Slide 9 - Question ouverte
Je gaat een plank van 310 cm zagen in stukken van 40 cm, hoeveel stukken kan je zagen?
Slide 10 - Question ouverte
Er wordt geadviseerd om 8 uur te slapen elke nacht. Hoeveel procent van een dag slaap je dan?
Slide 11 - Question ouverte
Middelbare scholieren zitten gemiddeld 20,8% van een dag op hun mobiel. Hoeveel uur is dit? Rond af op hele uren.
Slide 12 - Question ouverte
Schrijf de eerste 5 veelvouden van 10 op.
Slide 13 - Question ouverte
Schrijf alle delers van 10 op.
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf het getal 68 700 000 000 in cijfers en woorden.