Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Euro vs. Dollar: Leer het verschil
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen leerlingen het verschil tussen de euro en de dollar uitleggen en hebben ze basiskennis over de euro opgedaan.
Slide 2 - Diapositive
Introduceer het leerdoel en leg uit wat leerlingen kunnen verwachten van deze les.
Wat weet jij al van de euro en de dollar?
Slide 3 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de euro?
De euro is de munteenheid van 19 Europese landen. Het symbool van de euro is €.
Slide 4 - Diapositive
Geef een korte introductie van de euro en bespreek het symbool en welke landen de euro gebruiken.
Geschiedenis van de euro
De euro werd in 1999 geïntroduceerd als elektronisch geld en in 2002 als fysiek geld. Het doel was om de handel tussen Europese landen te vergemakkelijken.
Slide 5 - Diapositive
Beschrijf kort de geschiedenis van de euro en de reden waarom het werd geïntroduceerd.
Wat is de dollar?
De dollar is de munteenheid van de Verenigde Staten. Het symbool van de dollar is $.
Slide 6 - Diapositive
Geef een korte introductie van de dollar en bespreek het symbool.
Verschil tussen de euro en de dollar
Het belangrijkste verschil tussen de euro en de dollar is dat de euro wordt gebruikt in Europese landen en de dollar in de Verenigde Staten. Daarnaast is de waarde van de euro hoger dan die van de dollar.
Slide 7 - Diapositive
Beschrijf de belangrijkste verschillen tussen de euro en de dollar.
Wisselkoersen
Wisselkoersen geven aan hoeveel de ene munteenheid waard is ten opzichte van de andere. Bijvoorbeeld, als $1 gelijk is aan €0,85, dan is €1,17 gelijk aan $1.
Slide 8 - Diapositive
Leg uit wat wisselkoersen zijn en hoe ze werken aan de hand van een voorbeeld.
Eurobiljetten
Er zijn zeven verschillende eurobiljetten in omloop: €5, €10, €20, €50, €100, €200 en €500. Elk biljet heeft een uniek ontwerp en kleur.
Slide 9 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van de verschillende eurobiljetten en bespreek de kenmerken van elk biljet.
Euro munten
Er zijn acht verschillende euro munten in omloop: 1 cent, 2 cent, 5 cent, 10 cent, 20 cent, 50 cent, €1 en €2. Elk muntstuk heeft een uniek ontwerp en grootte.
Slide 10 - Diapositive
Laat afbeeldingen zien van de verschillende euro munten en bespreek de kenmerken van elk muntstuk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Question ouverte
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Question ouverte
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.