Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Herhalingsles
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten
Je kunt omschrijven wat het genotype en het fenotype is
Slide 2 - Diapositive
Genotype en fenotype
Genotype
Fenotype
Gen
Genetisch
Slide 3 - Diapositive
Celdeling
Slide 4 - Diapositive
Chromosomen
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert
Slide 6 - Diapositive
Chromosomen
Slide 7 - Diapositive
Geslachtschromosomen
Slide 8 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt omschrijven dat door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
Je kunt omschrijven wat een mutatie is.
Slide 9 - Diapositive
Genenpaar
Het gen van de vader en het gen van de moeder vormen samen het genenpaar. Ieder genenpaar is verantwoordelijk voor 1 erfelijke eigenschap. Bijvoorbeeld: oogkleur.
Slide 10 - Diapositive
Mutagene invloeden
Slide 11 - Diapositive
Mutaties
foutjes in de celdeling
door mutagene invloeden
Albino
kanker
Slide 12 - Diapositive
Kanker
Slide 13 - Diapositive
Het begin
En daarna...(uitzaaiing)
Slide 14 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt een geologische tijdschaal aflezen.
Je kunt benoemen dat soorten verwant zijn als ze een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Slide 15 - Diapositive
Geologische tijdsschaal
Indeling:
Tijdperk
Periode
Getallen zijn miljoenen jaar geleden
Gebaseerd op grote gebeurtenissen
Eerste eenvoudige levensvormen
(3800 mjg)
Slide 16 - Diapositive
Fossielen
Versteende overblijfselen of afdrukken van organismen in gesteente
laag sediment bedekt organismen
versteend
uit fossielen blijkt hoe soorten zijn ontstaan, veranderd en/of verdwenen.
Slide 17 - Diapositive
Verwantschap
De verwantschap tussen soorten laat je zien in een verwantschapsschema.
Het laat ook de gemeenschappelijke voorouders zien.
Slide 18 - Diapositive
Vragen?
Slide 19 - Diapositive
Wie heeft een gelijk genenpaar?
A
Persoon 1
B
Persoon 2
Slide 20 - Quiz
Dit zijn de chromosomen van een?
A
man
B
vrouw
Slide 21 - Quiz
In welk tijdperk leefde de mammoet
A
Kwartair
B
Tertiair
C
Cenozoicum
D
mesozoicum
Slide 22 - Quiz
Wat is DNA?
A
informatie niet erfelijke eigenschappen
B
informatie wangslijmvlies
C
informatie alle erfelijke eigenschappen
Slide 23 - Quiz
Welke dieren hebben de minste verwantschap?
A
Slijmprik en vissen
B
Slijmprik en reptielen
C
Zoogdieren & reptielen
D
Zoogdieren en vogels
Slide 24 - Quiz
Een albino is een mutant.
A
juist
B
onjuist
Slide 25 - Quiz
Je hebt het genotype en het fenotype. Wat wordt bedoeld met het fenotype?
A
De erfelijke info op je chromosomen
B
Hoe je eruit ziet
Slide 26 - Quiz
Is dit erfelijke of niet erfelijk?
A
Erfelijk
B
niet erfelijk
Slide 27 - Quiz
Wat houdt uitzaaiing van kanker in?
A
Dat er cellen vanuit een gezwel met de bloedbaan naar elders in je lichaam gaan
B
Dat je een kwaadaardige tumor hebt.
C
Dat je ziek geworden bent.
D
Dat de kanker niet op één plek zit maar overal.
Slide 28 - Quiz
Wat zijn chromosomen?
A
Lange dunne draden
B
Korte dunne draden
Slide 29 - Quiz
Wat is een chromosomen paar?
A
Een enkel chromosoom
B
Twee verschillende chromosomen
C
Twee chromosomen die dezelfde genen bevatten
D
Een chromosoom en een gen
Slide 30 - Quiz
Hoe ontstaat 'variatie in genotype'?
A
Doordat kinderen dezelfde genen erven van ouders.
B
Doordat kinderen telkens andere genen erven van ouders.
Slide 31 - Quiz
De geschiedenis van het leven op aarde wordt verdeeld in tijdperken. De tijdperken worden verder onderverdeeld in perioden.
A
juist
B
onjuist
Slide 32 - Quiz
Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het fenotype
B
Een verandering in het genotype
Slide 33 - Quiz
Wat is celdeling?
A
Maken van nieuwe cellen
B
Maken van nieuw DNA
C
Maken van nieuwe erfelijke eigenschappen
D
Maken van een nieuw leven
Slide 34 - Quiz
Wie heeft de meeste verwantschap met de gorilla?
A
Apen van de nieuwe wereld
B
Chimpansees
C
Orang-oetans
D
Gibbons
Slide 35 - Quiz
op je DNA staat erfelijke informatie. wat is niet erfelijk?