M4 6.4 2122

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Hoofdvraag H6
Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in de wereld na de Koude Oorlog?

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Herhalen H6
  • Uitleg 6.4 
  • Zelfstandig werken
  • Maken klaargezette examens op eindexamensite
  • Aftekenen
 

Slide 3 - Diapositive

Verenigde Staten
Sovjet Unie
West-Duitsland
Oost-Duitsland
DDR
BDR
Communistisch
Kapitalistisch

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Vidéo

Welke twee taken heeft de Europese Commissie?
A
Opstellen van nieuwe wetten en zorgen dat de wetten uitgevoerd worden
B
Wetsvoorstellen goedkeuren en het parlement controleren
C
De leden van het Europees Parlement kiezen
D
Zorgen voor de uitvoering van wetten en controleren van de raad van ministers

Slide 6 - Quiz

Waarom heeft het Europees Parlement minder macht dan de Nederlandse Tweede Kamer?
A
Europees Parlement mag zelf geen wetten indienen.
B
Er zitten meer mensen in.
C
De Europese wetten gelden niet voor alle landen.,
D
Het Europees parlement mag alleen voorstellen wetten te wijzigen die de EC opgesteld heeft.

Slide 7 - Quiz

Welke volgorde is juist??

A
EGKS, EU, EG, euro
B
euro, EU, EG, EGKS
C
EGKS, EG, EU, euro.
D
EGKS, EG, euro, EU

Slide 8 - Quiz

Welke organisatie zie je op de afbeelding?
A
EG
B
EEG
C
EGKS
D
EU

Slide 9 - Quiz

Bekijk de bron. Welke zin klopt NIET?
A
Na de hereniging van West- en Oost-Duitsland bleef Duitsland lid van de NAVO.
B
Polen, Hongarije en Tsjechië kwamen bij de NAVO.
C
Wit-Rusland bleef na 1991 bij het Warschau-pact
D
Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slowakije en Slovenië kwamen bij de NAVO

Slide 10 - Quiz

Welk Europese instelling hoort bij de omschrijving?

Voert het Europese beleid uit
A
De Europese Commissie
B
Het Europese Parlement
C
De Raad van Ministers
D
geen van deze instellingen

Slide 11 - Quiz

Welke uitspraak over het Europees Parlement is juist?
Het Europees Parlement
A
mag wetten van de Europese Commissie verbeteren.
B
vergadert om de zes maanden in een andere lidstaat.
C
wordt gevormd door de ministers van de afzonderlijke landen.
D
wordt rechtstreeks gekozen door de burgers van de lidstaten.

Slide 12 - Quiz


Door een nieuwe wet kan Poetin langer president van Rusland blijven. 
Tot welk jaar?
A
2024
B
2032
C
2036
D
2040

Slide 13 - Quiz

Niet alle Europese landen zijn lid van de Europese Unie.
Welk land is geen lid?
A
Cyprus
B
Litouwen
C
Slovenië
D
Oekraïne

Slide 14 - Quiz

Dit is het militaire bondgenootschap van West-Europese landen en Amerika.
A
Warschaupact
B
NAVO
C
Sovjet-Unie
D
Europese Unie

Slide 15 - Quiz

Wie is de president van Oekraïne?
A
Kim Jong-Un
B
Zelensky
C
Zkyelezen
D
Poetin

Slide 16 - Quiz

Een vraag over De Koude Oorlog.

De huidige Russische president Poetin deed deze uitspraak:

Om het evenwicht met de VS te bewaren, moeten wij onze aanvalssystemen verder ontwikkelen.

Deze uitspraak van president Poetin bewijst dat:

A
De Sovjet-Unie de Koude Oorlog heeft verloren.
B
Rusland zich onder Poetin weer als een supermacht gedraagt.
C
Er een kernoorlog dreigt tussen Rusland en de VS.
D
geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Deelvraag 6.4
Wat kenmerkt de Nederlandse samenleving na 1980?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Hieronder staan begrippen en gebeurtenissen die te maken hebben met de Nederlandse geschiedenis.
 bij elk tijdvak horen twee van de onderstaande begrippen/gebeurtenissen sleep ze naar de juiste plaats. 
Jaren 40
Jaren 50
Jaren 60
Jaren 70
wederopbouw
begin verzorgingsstaat
poldermodel
luxeartikelen
consumptiemaatschappij
Marshallplan
strenge voorwaarden voor uitkeringen
invoering AOW

Slide 29 - Question de remorquage


Welk begrip 
hoort bij de 
uitspraak in de bron?
A
feminisme
B
liberalisme
C
populisme
D
socialisme

Slide 30 - Quiz



Wat is een Multiculturele samenleving
A
Een samenleving die bestaat uit stadsmensen en mensen van het platteland
B
Een samenleving die uit meerdere mensen bestaat
C
Een samenleving met mensen uit verschillende cultuur gebieden
D
Een samenleving waar apartheid is

Slide 31 - Quiz

Hieronder staan drie uitspraken over Nederlandse radio- en televisieomroepen in de periode 1950-2000:
Geef per uitspraak aan welk begrip 
daarbij hoort.

Let op! Er blijft één begrip over.
De AVRO was de eerste televisie-omroep zonder godsdienstige of
politieke uitgangspunten.
De populaire radiozender haalde zijn inkomsten uit reclames.
Er werden omroepen opgericht voor onder andere boeddhisten,
moslims en hindoes.
consumptiemaatschappij
globalisering
multiculturele samenleving
ontzuiling

Slide 32 - Question de remorquage

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Eindexamensite
  • Inloggen via Entree (school)
  • Klascode is: XBAQJ
  • 1 examen zelf maken en nakijken
  • 1 examen zelf maken en door een ander laten nakijken

Slide 37 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Maken 5.5 plus examentraining hoofdstuk 6
  • Maken 6.5 plus examentraining  hoofstuk 6
  • Aftekenen

Let op: Teken af deze week. Zo niet, GEEN herkansingsmogelijkheid. 

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien