Spelling en formuleren les 6: Meervoud op -en

Spelling en formuleren les 6: Meervoud op -en
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, schrift en je Chromebook.
Stap 3: Log in in LessonUp
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Spelling en formuleren les 6: Meervoud op -en
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je leesboek, schrift en je Chromebook.
Stap 3: Log in in LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt meervoudsvormen die eindigen op -en correct spellen.
Hoe bereik je dit doel?
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg meervoudsvormen
  • Oefening meervoudsvormen
  • Huiswerk: opdracht 1, 2, 3 en 5

Slide 2 - Diapositive

Wat is het meervoud van taart?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het meervoud van bel?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is het meervoud van het woord koolmees?

Slide 5 - Question ouverte

Meervoud op -ee en ie
  • Als het enkelvoud eindigt op –ee , maak je het meervoud met –ën
Idee 🡪 ideeën, trofee 🡪 trofeeën.
Woorden die eindigen op –ie
  • Als de klemtoon valt op –ie, - ën toevoegen: theorie 🡪 theorieën
  • Als de klemtoon valt op een andere lettergreep: dan krijgt de laatste
-e een trema en komt er een –n bij: olie 🡪 oliën

Slide 6 - Diapositive

Meervoud op -en
  • Bij een aantal woorden kun je gewoon –en erachter plakken
Voorbeeld: taart 🡪 taarten, feest 🡪 feesten
  • De laatste letter verdubbelen: vlag 🡪 vlaggen
  • Een a, e, o, u weglaten: jaar 🡪 jaren, boot 🡪 boten
  • F veranderen in V: schijf 🡪 schijven
  • S in een z veranderen: muis 🡪 muizen

Slide 7 - Diapositive

Meervoud van fantasie

Slide 8 - Question ouverte

Meervoud van trofee

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het meervoud van het woord allergie

Slide 10 - Question ouverte

Aan de slag
Wat ga je doen? Maken: opdracht 1, 2, 3 en 5 blz. 94 en 95. Voor de volgende les heb je ook een nieuw leesboek.
Je mag niet van dezelfde schrijver.
Hoe ga je aan het werk? Alleen en in stilte.
Hulp: Bij vragen, vinger opsteken. Docent loopt rond voor vragen.
Tijd: tot het einde van de les.
Klaar: Nieuw leesboek halen. 12+ fictie

Slide 11 - Diapositive