H3; L4 (1e)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Welcome

Get into the lesson up!

Schedule

Last lesson:

SO

This lesson:

herhaling to be

Present simple

'to be' wat was dit ook alweer?

Werkwoord 'zijn'

to be => zijn

welke 3 vormen horen hier ook alweer bij?

Vul aan met to be:

I ....

1. am
2. are
3. is

Vul aan met to be:

You ....

1. am
2. are
3. is

Vul aan met to be:

He/She/it

1. am
2. are
3. is

Vul aan met to be:

You/we/they ....

1. am
2. are
3. is

Present simple

Gebruik je als je wil zeggen dat iets altijd, vaak of nooit gebeurt.

Hoe gebruik je de present simple bij andere werkwoorden?

regel = hele werkwoord (+s)

Wat is het hele werkwoord?

Wat je ziet staan:

(to walk)

hele werkwoord: walk

Present simple

Wanneer krijg je +s?

she/he/it

I/you = hele werkwoord

he/she/it = hele werkwoord +s

you/we/they = hele werkwoord

Persoonlijke voornaamwoorden

omzetten:

my sister => she

James and Peter => they

the cat => it

my brother and I => we

I always ..... (to walk) to school.

The cat .... (to sleep) on the couch.

Tom .... (to draw) a lot in class.

Peter and I ..... (to be) at school

They ..... (to like) apples.

She .... (to be) born in Germany.

Nick and Kelly ... (to worry) about their kids.

He .... (to work) in an animal shelter.

Lets get to work

Assignments 5, 6, 7, 8, 9 (page 104)

15-20 minutes, individually, first 10 minutes in silence

need help? raise your hand

Finished? Study words lesson 4 (page 122)

Conclusion

This lesson:

present simple

Next lesson:

present simple part 2

Homework: 5 till 9 (page 104)