Junior Einstein - Sef vangt een hond (M6)

Een duik in het zand.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Een duik in het zand.

Slide 1 - Diapositive

Wie of wat is Floris?
A
een paard
B
een kind
C
een hond
D
een ouder

Slide 2 - Quiz

Lees: Als Floris... gaan. (r.5 en 6)
Wat betekent deze zin?
Als Floris blijft tuisteren naar Femke, dan ...
A
worden ze niet vies
B
maken ze geen fouten
C
raken ze gewond
D
blijven ze schoon

Slide 3 - Quiz

Lees: Met een ... heen. (r. 11 en 12)
Wat wordt hier bedoeld met: hindernis?
A
de zandbak
B
de teugels
C
het paard
D
het hekwerk

Slide 4 - Quiz

Lees: Saskia ziet... pijn?' (r. 14-16)
Hoe voelt Saskia zich?
A
jaloers en in paniek
B
geschrokken en ongerust
C
moe en in de war
D
in paniek en schuldig

Slide 5 - Quiz

Lees: Femke knijpt... Femke. (r.17-20)
Wat past het best bij dit stukje?
A
Femke is slaperig.
B
Femke is vrolijk.
C
Femke heeft pijn.
D
Femke heeft nergens last van.

Slide 6 - Quiz

Lees: ln een ... uit. (r. 2L en22)
Wat vond Femke eerst van Floris?
A
Ze vond hem lui.
B
Ze vond hem gehoorzaam.
C
Ze vond hem angstig.
D
Ze vond hem zenuwachtig.

Slide 7 - Quiz

Waar gaat deze tekst vooral over?
A
Over Saskia die Femke lesgeeft.
B
Over Floris die het leuk vindt om te springen.
C
Over Femke die van Floris afvalt.
D
Over Femke die naar de dokter gaat.

Slide 8 - Quiz

Waar speelt dit verhaal zich af?
A
In het bos.
B
In de duinen.
C
Op een kinderboerderij.
D
In een paardenstal.

Slide 9 - Quiz

Ouders kwijt!

Slide 10 - Diapositive

Wat past het best op plaats 1?
A
hoef je niet bij je ouders in de buurt te blijven
B
ga je het liefst je eigen gang
C
ken je de weg nog niet
D
loopt er een ouder mee

Slide 11 - Quiz

Wat past het best op plaats 2?
A
de lengte
B
de voornaam en achternaam
C
de leeftijd
D
de kledingmaat

Slide 12 - Quiz

Wat past het best op plaats 3?
A
schoenen
B
tassen
C
kleding
D
kapsels

Slide 13 - Quiz

Wat past het best op plaats 4?
A
kalm te blijven
B
in paniek te raken
C
om hulp te gaan vragen
D
je ouders te laten omroepen

Slide 14 - Quiz

Wat past het best op plaats 5?
A
de weg te wijzen naar een kassa
B
naar buiten te brengen
C
te zeggen waar je ouders zijn
D
te vertellen waar de ingang is

Slide 15 - Quiz

Wat past het best op plaats 6?
A
erg onaardig
B
niet te vinden
C
erg behulpzaam
D
niet aanwezig

Slide 16 - Quiz