2.2 oplossen met inklemmen kort

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Wat gaan we deze les doen?

• Vergelijkingen oplossen met inklemmen.

https:

Welke is een formule en welke is een vergelijking?

1.
2.

aantal=p4+3

29=5+p4

1. 1 is een vergelijking 2 is een vergelijking
2. 1 is een formule 2 is een formule
3. 1 is een formule 2 is een vergelijking
4. 1 is een vergelijking 2 is een formule

Wat is inklemmen?

1. Bij inklemmen teken je eerst de grafiek en ga je dan opzoek naar de oplossing.
2. Bij inklemmen ga je rekenen met de formule. Denk aan een oude weegschaal.
3. Bij inklemmen gok je het antwoord.
4. Bij inklemmen ga je eigenlijk gewoon steeds een antwoord proberen.

Welke antwoorden heb je minimaal nodig voor inklemmen

1. alleen het precieze antwoord
2. te veel, te weinig en precies
3. te veel en precies
4. te weinig en precies

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15

1. f = 5
2. f = 30
3. f = 10
4. f = 25

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2 + 3,50t = 37

1. t = 11
2. t = 10
3. t = 12
4. t = 8

98000 - 3000 x t = 80000 t: tijd in jaren
Bereken na hoeveel jaar het aantal boeren is
gedaald naar 80000.
Los de vergelijking op met inklemmen.

1. t = 20
2. t = 12
3. t = 10
4. t = 6

Wat heb je deze les geleerd?

• Inklemmen (dmv een inklemtabel).

Wat? 2.2

Waar? dit moet via e-book.

Wanneer? Deze les. Alles wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.

Klaar? Ga aan de slag met 2.3 (dit moet ook via e-book)

Niet overleggen, geen vragen             -->

Niet overleggen, wel vragen                -->

Overleg én vragen wel toegestaan    -->