Cette leçon contient 5 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
De koe
De akker
Het erf
De schuur
Het woonhuis
De boerin
Het weiland
De stal
De boerin
Het woonhuis
De stal
De schuur
Het erf
Het weiland
De koe
Slide 2 - Diapositive
In deze kijkplaat wordt de woordenschat die nodig is in dit hoofdstuk verfrist en/of aangeleerd. Het is hierbij belangrijk om nadruk te leggen op de lidwoorden.
Na het benoemen van de individuele onderdelen op een boerderij kunnen ook nog de begrippen 'vee' en 'gewassen' besproken worden.
Waar is het vee te zien op de boerderij?
Waar vinden we de gewassen?
Wat voor dieren horen bij 'het vee?'
Slide 3 - Carte mentale
Leg nadruk op de lidwoorden, dit is iets typisch nederlands dus moeilijk om te begrijpen voor veel leerlingen.
HET vee
De akker
Wat voor gewassen groeien op 'de akker'?
Slide 4 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Question de remorquage
Afluitende opdracht, controle van begrip + sucesservaring