Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H5 De Koude Oorlog
2. Het einde van de Koude Oorlog
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Leerdoelen 5.2
1. Hoe kwam er een einde aan de Koude Oorlog
2. Welke gevolgen had de val van de Berlijnse Muur voor de landen in het Oostblok?
3. Op welke manier veranderden de verhoudingen tussen Oost en West in Europa na 1991?
Slide 3 - Diapositive
Koude oorlog te duur voor de USSR
Wapenwedloop en ruimteprogramma's hebbenUSSRjaren achterheen miljarden gekost.
Economische stilstand > staatsbedrijven verouderd en nauwelijks winstgevend.
Sterk verarmde bevolking > hoge prijzen dagelijkse boodschappen.
1
Slide 4 - Diapositive
Mikhail Gorbatsjov 1985-1991
Perestrojka > economische hervormingen: bv. eigen bedrijven toegestaan.
Glasnost>openheid van bestuur: democratischer bestuur, meer partijen toestaan.
Ontwapening en goede relatie opbouwen VS.
2
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Let op:
Gorbatsjov wilde het communisme door glasnost en Perestrojka niet afschaffen
Zijn doel was om het communisme beter te verbeteren.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
De val van de Berlijnse Muur
9 november 1989
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
1989-1991: Communistische regimes worden afgezet>vrije verkiezingen
1989: mensen konden voor het eerst sinds lange tijd vrij van Oost naar West.
Gevolgen val van Berlijnse Muur
Slide 12 - Diapositive
Oost-Duitsland stond economisch op omvallen, steun vanuit SU viel weg
Oost-Duitse industrie > faillissementen > werkloosheid prijzen van producten duurder >armoede > massale leegloop Oost-Duitsland naar West-Duitsland > daardoor problemen in West-Duitsland veel nieuwe inwoners
Daardoor (met instemming) Duitse eenwording (1991)
Communistische landen >kapitalisme en democratie Warschaupacten SUvallen uiteen
Rusland geen supermacht meer. Jeltsin nieuwe 'democratische' president
Overschakelen naar kapitalisme was moeilijk. Oude industrie > armoede en oorlogen.
Voormalige Oostbloklandensluiten zich aan bij deNAVO
Vanaf 2004: Oost-Europese landen worden lid van deEuropese Unie
Een nieuw Duitsland Een nieuw Europa
3
4
Slide 13 - Diapositive
Verschil Koude Oorlog vs. heden
Slide 14 - Diapositive
Begrippen uit deze les
Wapenwedloop
Perestrojka
Ontwapening
Glasnost
Duitse eenwording
Europese Unie
Slide 15 - Diapositive
Personen uit deze les
Michail Gorbatsjov
Slide 16 - Diapositive
Kennis ophalen
Terugblik
Slide 17 - Diapositive
Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijheid
onderdrukking
Slide 18 - Question de remorquage
Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot van het Westen in de Tweede Wereldoorlog?
A
Het niet-aanvalsverdrag van 1939
B
D-Day
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Operatie Barbarossa
Slide 19 - Quiz
Wat is de naam van het Amerikaanse plan om Europa financieel te steunen na WO II?
A
Dawesplan
B
Marshallplan
C
NAVO
D
Warschaupact
Slide 20 - Quiz
Welke bewering over het Marshallplan is juist?
A
Het Marshallplan heeft het samengaan van Oost- en West-Duitsland
mogelijk gemaakt.
B
Het Marshallplan was gericht op het economisch herstel van de door de
oorlog getroffen landen in Europa.
C
Het Marshallplan zorgde ervoor dat de invloed van de Sovjetunie ingeperkt
werd door de Verenigde Naties.
D
Het Marshallplan zorgde ervoor dat alle Oost- en West-Europese landen
economische hulp kregen.
Slide 21 - Quiz
5/5. Wat was GEEN gevolg van de Blokkade van Berlijn?
A
Oprichting VN
B
Oprichting NAVO
C
Oprichting BRD
D
Oprichting DDR
Slide 22 - Quiz
Gorbatsjov introduceerde perestrojka. Wat betekent 'perestrojka' letterlijk?
A
Wederopbouw
B
Openheid
C
Hervorming
D
Restauratie
Slide 23 - Quiz
Wat wordt bedoeld met Glasnost?
A
Nieuwe communistische politiek
B
Nieuw volkslied van Rusland na einde koude oorlog
C
Nieuwe economische hervormingspolitiek in de S.U.
D
Nieuwe politieke openheid in de S.U.
Slide 24 - Quiz
Wanneer was de val van de Berlijnse Muur?
A
1948
B
1961
C
1971
D
1989
Slide 25 - Quiz
Wat zie je?
A
Blokkade van Berlijn
B
Val Berlijnse muur
C
Bouw Berlijnse muur
D
Marshallplan
Slide 26 - Quiz
4 gebeurtenissen
Wat is de goede volgorde van tijd?
A
Val Berlijnse muur, Cubacrisis, bouw Berlijnse muur, glasnost
B
Cubacrisis, val Berlijnse muur, glasnost , bouw Berlijnse muur
C
Bouw Berlijnse muur, Cubacrisis, val Berlijnse muur, glasnost
D
Bouw Berlijnse muur, glasnost , val Berlijnse muur, Cubacrisis