Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Thema 4:
Gezondheid & leefstijl
Slide 1 - Diapositive
Hoofdstuk 1
kijken en luisteren
In dit hoofdstuk ga je kijken en luisteren naar video's. Je leert daarbij woorden en zinnen die je gebuikt als je praat over gezondheid en leefstijl.
Slide 2 - Diapositive
opdracht 1 schrijft 2 zinnen die bij de foto passen. In het Nederlands.
Slide 3 - Question ouverte
Opdracht 2
lees de woorden op de volgende slide.
kijk en luister naar de video.
sleep de woorden die het best passen bij wat je gezien en gehoord hebt.
Slide 4 - Diapositive
studiemeter.uitgeverij-deviant.nl
Slide 5 - Lien
Welke woorden passen bij het filmpje?
arm
gymzaal
knie
ruzie
sportveld
val
Slide 6 - Question de remorquage
opdracht 3
Slide 7 - Diapositive
bekijk de foto en lees de zin. welk woord uit het woordblok kun je hier invullen? schrijf het engelse woord op. I fell and now my knee ______ !
Slide 8 - Question ouverte
het is erg warm en je hebt dorst. Wat vraag je aan je vriendin? Kies een woord uit het woordblok. Vul de zin aan met dat Engelse woord. Can I have ________, please?
Slide 9 - Question ouverte
Je bestelt een aardbeiensmoothie. De ober zegt dat hij alleen bananensmoothies heeft. Wat zegt hij? Kies een woord uit het woordblok. Vul de zin aan met dat Engelse woord. I'm sorry. We _______ have banana smoothies
Slide 10 - Question ouverte
bekijk de foto. Lees de woorden onder de foto. Zet een kruisje voor het woord dat het best bij de foto past.
A
dizzy
B
knee
C
much
Slide 11 - Quiz
opdracht 4
Slide 12 - Diapositive
wat betekent het Engelse woord: fell
Slide 13 - Question ouverte
wat betekent het Engelse woord: anywhere else
Slide 14 - Question ouverte
wat betekent het Engelse woord: dizzy
Slide 15 - Question ouverte
wat betekent het Engelse woord: headteacher
Slide 16 - Question ouverte
wat betekent het Engelse woord: important
Slide 17 - Question ouverte
opdracht 5
Slide 18 - Diapositive
opdracht 6
bekijk de video. Je ziet het filmpje met Cathy nog een keer.
Klik het juiste antwoord aan.
Slide 19 - Diapositive
studiemeter.uitgeverij-deviant.nl
Slide 20 - Lien
wat is er met Cathy gebeurd?
A
Ze is flauwgevallen
B
Ze heeft haar been gebroken
C
Ze heeft haar knie bezeerd.
Slide 21 - Quiz
Mr Cooper gaat de schooldirecteur, Mr Patterson, bellen. Hoe gaat Mr Patterson Cathy helpen?
A
Hij gaat naar haar knie kijken
B
Hij gaat haar naar de dokter brengen
C
Hij gaat haar naar huis brengen.
Slide 22 - Quiz
Waarom is het belangrijk dat Cathy snel weer kan rennen? Geef antwoord in het Nederlands.
Slide 23 - Question ouverte
Opdracht 7
Welke 3 woorden passen het best bij de foto?
doctor
Knee
match
move
much
soon
Slide 24 - Question de remorquage
Aan het werk
Maak zelfstandig:
Opdracht 8, 9, 10, 11
Klaar? Pak de woordzoeker met de Engelse woorden
Slide 25 - Diapositive
I'm sorry I (stapte) ______ on your foot.
Slide 26 - Question ouverte
Jake feels really (duizelig) ______ .
Slide 27 - Question ouverte
Your Knee is all read. Do you have pain (ergens anders) _______?
Slide 28 - Question ouverte
Hurry up, Ben. Let's go and see the (wedstrijd) _________.
Slide 29 - Question ouverte
Look! This hamburger is much (groter dan) ______ that one!
Slide 30 - Question ouverte
What is today's date? It's (juni) ______ 9.
Slide 31 - Question ouverte
I always have fresh fruit for breakfast. I like it very (veel) _____ .
Slide 32 - Question ouverte
Mr Harris is our (schooldirecteur) _____. He is a very nice man.
Slide 33 - Question ouverte
opdracht 9
lees de engelse woordenen sleep ze naar de goede plek.
1. I hope I can start my training again ________
2. I'm so cold. I can't ________ my fingers.
3. Please ______ calm! Paul is going to call the police.