2.4 De verzekering dekt de schade

2.4 Wat is verzekeren?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

2.4 Wat is verzekeren?

Slide 1 - Diapositive

Verzekeringen?

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer het verstandig is om te verzekeren
- Je kunt de premie vaststellen
-Je weet het verschil tussen een polis en polisvoorwaarden
- Je kunt uitleggen dat een schadevergoeding lager is met een eigen risico

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Uitleg
Rond 3000 v.c ontstond het Egyptische rijk met aan het hoofd een Farao.

In Mesopotamië ontstond er rond 2000 v.c een koninkrijk met één koning. 
eerste wetten door koning Hammurabi

Slide 5 - Diapositive

Wanneer verzekeren?
Een auto-ongeluk, een brand in huis, een fiets die wordt gestolen, iedereen loopt het risico dat er dingen gebeuren die je niet verwacht. 
Dat is niet te voorkomen. Maar je kunt je verzekeren om de financiële gevolgen van zo'n gebeurtenis op te vangen. 
Dat gaat zo: je betaalt een premie aan de verzekeringsmaatschappij. Gebeurt er iets en voldoet dit aan de voorwaarden van de verzekering, dan krijg je een uitkering van de verzekeringsmaatschappij.

Slide 6 - Diapositive

Wel of niet verzekeren?
Sommige verzekeringen zijn verplicht. Bijvoorbeeld een ziektekostenverzekering of een verzekering voor je auto.
Bekijk de informatie over deze verplichte verzekering. Voor de meeste andere verzekeringen kies je vrijwillig. Voordat je een verzekering afsluit stel je eerst een paar vragen.

Slide 7 - Diapositive

Verzekeraar
De verzekeringsmaatschappij.

Slide 8 - Diapositive

Verzekerde
Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij.

Slide 9 - Diapositive

Premie
De prijs van de verzekering; het bedrag dat een verzekerde betaalt aan de verzekeringsmaatschappij om verzekerd te zijn.

De hoogte van de premie hangt af van het risico en hoogte van het verzekerd bedrag.

Slide 10 - Diapositive

Polis
Een bewijs van verzekering.

Slide 11 - Diapositive

Dus, wat staat er zoal in zo’n polis?
  1. Wie er verzekerd is
  2. De ingangsdatum en duur van je polis
  3. De prijs van de verzekering
  4. Welke spullen onder de dekking vallen
  5. Het eigen risico
  6. Uitleg van de verzekeringsvoorwaarden
  7. Wat er allemaal onder je polis valt
  8. Wat er niet onder je polis valt

Slide 12 - Diapositive

Marlou gaat met een vriendin op
vakantie. Ze sluiten een reisverzekering af. Die kost
€ 1,10 per persoon per dag. Ze gaan 15 dagen met
vakantie.
Bereken hoeveel premie ze in TOTAAL betalen.
A
Premie: € 16,50
B
Premie: € 2,20
C
Premie: € 33,00
D
Premie: € 16,10

Slide 13 - Quiz

Juist of onjuist?
Hoe hoger het risico, hoe hoger de premie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Eigen risico
Het deel van de schade dat je als verzekerde zelf betaalt.

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 17 - Carte mentale

Aan de slag
Wat: Maken vraag 2 t/m 16 van paragraaf 2.4. Let op : vraag 5 hoef je niet te doen. 
Hoe: overleg toegestaan, fluisterend
Tijd: tot aan het eind van de les
Resultaat: nabespreken volgende les
Hulp: vraag eerst je buurman/buurvrouw, kijk dan in het boek, vraag docent!



Slide 18 - Diapositive