Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Frezen
Slide 1 - Diapositive
Aan het einde van de les
Kun je een drie verschillende frezen benoemen
Kun je de verschillende hoeken van een frees benoemen
Weet je hoe je een werkstuk en de frees inspant in de freesbank.
Slide 2 - Diapositive
Frezen wordt toegepast voor:
Slide 3 - Carte mentale
Meest gebruikte frezen
Vingerfrees
Spiebaanfrees
Mantelkopfrees
Slide 4 - Diapositive
vingerfrees
verspanen in horizontale richting. Worden gemaakt van HSS of snelstaal gemaakt.
Centrum ligt lager dan de tanden en is daarom niet geschikt om te boren.
Slide 5 - Diapositive
Spiebaanfrees
Worden gebruikt om spiebanen in bijv. een as te maken. De punt ligt net over het centrum en kan boren doordat de top hoger ligt dan de rest van het snijvlak.
Slide 6 - Diapositive
Mantelkopfrees
Heeft behalve koptanden, omstrekstanden over de gehele breedste van de frees.
Wordt vooral gebruikt voor het frezen van grote vlakken.
Is niet geschikt om te boren
Slide 7 - Diapositive
Wighoek
Bepaalt de sterkte van de beitel.
Harder materiaal = grotere wighoek.
Vrijloophoek
Zorgt dat de beitel tijdens het verspanen zo min mogelijk wrijving veroorzaakt.
Spaanhoek
Deze snijdt de spaan van het materiaal.
Zacht materiaal = kleine spaanhoek
Slide 8 - Diapositive
Wighoek
Spaanhoek
Vrijloophoek
Slide 9 - Question de remorquage
Naar de freesbank
Slide 10 - Diapositive
Welke drie verschillende frezen hebben we behandeld?
Slide 11 - Question ouverte
Welke frees was geschikt om te boren
A
spiebaanfrees
B
vingerfrees
C
mantelkopfrees
Slide 12 - Quiz
Welke hoek hoort waar?
Wighoek
Spaanhoek
Vrijloophoek
Slide 13 - Question de remorquage
Waarom gebruik je een terugslagvrije hamer tijdens het vastslaan van je werkstuk?