LessonUp
1 / 40
La durée de la leçon est: 180 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
REGIE OVER ROOSTER
A
Ik heb een vast lessenrooster met een aantal keuzemomenten per week.
B
Ik werk met een vast lessenrooster.
C
Ik kies per dag uit de aangeboden lessen.
D
Ik heb naast mijn vaste lessenrooster een aantal projectdagen per schooljaar.
Slide 7 - Quiz
REGIE OVER ROOSTER
A
Ik heb een vast lessenrooster met een aantal keuzemomenten per week.
B
Ik werk met een vast lessenrooster.
C
Ik kies per dag uit de aangeboden lessen.
D
Ik heb naast mijn vaste lessenrooster een aantal projectdagen per schooljaar.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Lien
REGIE OVER LEERSTOF
A
Wat ik leer bij een vak, wanneer ik dit leer en hoe staat vast.
B
Wat en hoe ik leer staat vast. Als ik klaar ben mag ik kiezen aan welk vak ik werk.
C
Wat en hoe ik leer staat vast. Ik kies een paar keer per week aan welk vak ik extra wil werken.
D
Wat ik leer staat vast. Wanneer ik leer en hoe ik leer, plan ik samen met mijn leraren.
Slide 10 - Quiz
REGIE OVER LEERSTOF
A
Wat ik leer bij een vak, wanneer ik dit leer en hoe staat vast.
B
Wat en hoe ik leer staat vast. Als ik klaar ben mag ik kiezen aan welk vak ik werk.
C
Wat en hoe ik leer staat vast. Ik kies een paar keer per week aan welk vak ik extra wil werken.
D
Wat ik leer staat vast. Wanneer ik leer en hoe ik leer, plan ik samen met mijn leraren.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
TOETSING
A
Leerlingen leren individueel en door samen te werken. Eindopdrachten en toetsen sluiten hierop aan.
B
Leerlingen leren individueel in een klassikale setting. Ze werken toe naar een schriftelijke eindtoets.
C
Leerlingen werken structureel samen en geven feedback. Ze worden beoordeeld op inhoud, vaardigheden en het leerproces.
D
Leerlingen leren individueel en in een klassikale setting. Ze werken toe naar verschillende soorten eindopdrachten en toetsen.
Slide 13 - Quiz
TOETSING
A
Leerlingen leren individueel en door samen te werken. Eindopdrachten en toetsen sluiten hierop aan.
B
Leerlingen leren individueel in een klassikale setting. Ze werken toe naar een schriftelijke eindtoets.
C
Leerlingen werken structureel samen en geven feedback. Ze worden beoordeeld op inhoud, vaardigheden en het leerproces.
D
Leerlingen leren individueel en in een klassikale setting. Ze werken toe naar verschillende soorten eindopdrachten en toetsen.
Slide 14 - Quiz
VIND JIJ CIJFERS GEVEN BELANGRIJK?
LEG OOK UIT WAAROM WEL/NIET?
LEG OOK UIT WAAROM WEL/NIET?
timer
2:00
Slide 15 - Question ouverte
DIFFERENTIATIE
A
Ik houd in mijn lessen zo nu en dan rekening met verschillende leerstrategieën.
B
Ik bied binnen mijn lessen verschillende leerstrategieën aan, waardoor leerlingen op hun voorkeursmanier kunnen leren.
C
Ik houd in mijn lessen geen rekening met diverse leerstrategieën.
D
De leerling kent zijn favoriete leerstrategie en bepaalt zijn eigen leerroute. De leraar heeft een begeleidende rol.
Slide 16 - Quiz
DIFFERENTIATIE
A
Ik houd in mijn lessen zo nu en dan rekening met verschillende leerstrategieën.
B
Ik bied binnen mijn lessen verschillende leerstrategieën aan, waardoor leerlingen op hun voorkeursmanier kunnen leren.
C
Ik houd in mijn lessen geen rekening met diverse leerstrategieën.
D
De leerling kent zijn favoriete leerstrategie en bepaalt zijn eigen leerroute. De leraar heeft een begeleidende rol.
Slide 17 - Quiz
Welke digitale tools
gebruik je nu al in de les?
gebruik je nu al in de les?
Slide 18 - Carte mentale
QUIZ
DEMO
TRY
Slide 19 - Question de remorquage
ICT
A
De leraar zet ICT incidenteel in, op eigen initiatief.
B
ICT wordt ingezet om te differentiëren. De school kiest een device en digitale omgeving waarmee de leerlingen werken.
C
We zetten ICT in om onafhankelijk van tijd en ruimte aan de onderwijsdoelen te werken.
D
Het aantal computers, dat we kunnen inzetten voor extra activiteiten, is beperkt.
Slide 20 - Quiz
ICT
A
De leraar zet ICT incidenteel in, op eigen initiatief.
B
ICT wordt ingezet om te differentiëren. De school kiest een device en digitale omgeving waarmee de leerlingen werken.
C
We zetten ICT in om onafhankelijk van tijd en ruimte aan de onderwijsdoelen te werken.
D
Het aantal computers, dat we kunnen inzetten voor extra activiteiten, is beperkt.
Slide 21 - Quiz
IS INFORMATICA/ICT EEN VERPLICHT VAK?
A
JA
B
NEEN
Slide 22 - Quiz
GEBOUW
A
Er zijn standaard lokalen. Daarnaast hebben we multifunctionele plekken die het leren bevorderen.
B
Het gebouw heeft standaard (vak)lokalen. Het lokaal is van de leraar, de leerling komt op bezoek.
C
Het gebouw heeft multifunctionele ruimtes. De leerlingen kunnen zelfstandig of in groepjes werken.
D
Het gebouw heeft verschillende ruimtes, die flexibel inzetbaar zijn. Afhankelijk van de activiteit zetten we de ruimte anders in.
Slide 23 - Quiz
GEBOUW
A
Er zijn standaard lokalen. Daarnaast hebben we multifunctionele plekken die het leren bevorderen.
B
Het gebouw heeft standaard (vak)lokalen. Het lokaal is van de leraar, de leerling komt op bezoek.
C
Het gebouw heeft multifunctionele ruimtes. De leerlingen kunnen zelfstandig of in groepjes werken.
D
Het gebouw heeft verschillende ruimtes, die flexibel inzetbaar zijn. Afhankelijk van de activiteit zetten we de ruimte anders in.
Slide 24 - Quiz
Je hebt nu wel al lang moeten luisteren. Neem even een foto van je buurman/vrouw.
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Vidéo
Slide 27 - Diapositive
Welk orgaan zie je hier ?
A
Maag
B
Lever
C
Hart
D
Nier
Slide 28 - Quiz
Wat is een orgaan?
Slide 29 - Question ouverte
timer
1:00
Waar denk je aan bij
Arbeidsomstandigheden?
Arbeidsomstandigheden?
Slide 30 - Carte mentale
Slide 31 - Diapositive
➤Kies de juiste woorden en sleep ze naar de juiste plek.
In de zeventiende eeuw hadden mensen nog geen [...1...] of vrieskist. Het was [...2...] om voedsel te bewaren. Door vlees in te [...3...] bedierf het minder snel. Maar dat zoute vlees smaakte niet [...4...]. Met [...5...] kon het toch smaakvol worden klaargemaakt.
vers
blikken
kruiden
moeilijk
kopen
makkelijk
koelkast
vies
lekker
zouten
vlees
groente
fruit
kratten
open
brood
