Thema 2, les 5, alfabetsiche volgorde

Schrijf drie woorden op die beginnen met een A
1 / 28
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Schrijf drie woorden op die beginnen met een A

Slide 1 - Question ouverte

alfabetiseren
Woorden op de volgorde van het alfabet zetten

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Ik kan woorden op alfabetische volgorde zetten.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

De klinkers zijn rood, de medeklinkers zijn paars.


Slide 5 - Diapositive

Alfabetiseren
Je kijkt eerst naar de eerste letter van het woord.
appel - bezem
de a komt voor de b dus eerst appel daarna bezem.
Wanneer de eerste letter gelijk is kijk je naar de tweede letter.
aardbei - appel
De a komt voor de p dus eerst   aardbei en dan appel.
Wanneer de eerste twee letters gelijk zijn kijk je naar de derde letter.
ramen - raken
de k komt voor de b dus eerst raken daarna ramen.

Slide 6 - Diapositive

park
fiets
koffer

Slide 7 - Question de remorquage

stoep
radio
taart

Slide 8 - Question de remorquage

Alfabetiseren
Je kijkt eerst naar de eerste letter van het woord.
appel - bezem
de a komt voor de b dus eerst appel daarna bezem.
Wanneer de eerste letter gelijk is kijk je naar de tweede letter.
aardbei - appel
De a komt voor de p dus eerst   aardbei en dan appel.
Wanneer de eerste twee letters gelijk zijn kijk je naar de derde letter.
ramen - raken
de k komt voor de b dus eerst raken daarna ramen.

Slide 9 - Diapositive

appel
aardbei
avond

Slide 10 - Question de remorquage

banaan
beker
boek

Slide 11 - Question de remorquage

Alfabetiseren
Je kijkt eerst naar de eerste letter van het woord.
appel - bezem
de a komt voor de b dus eerst appel daarna bezem.
Wanneer de eerste letter gelijk is kijk je naar de tweede letter.
aardbei - appel
De a komt voor de p dus eerst   aardbei en dan appel.
Wanneer de eerste twee letters gelijk zijn kijk je naar de derde letter.
ramen - raken
de k komt voor de b dus eerst raken daarna ramen.

Slide 12 - Diapositive

ramen
raken
raden

Slide 13 - Question de remorquage

banaan
bal
baas

Slide 14 - Question de remorquage

Zet de woorden op alfabetische volgorde!
kampioen
record
interview

Slide 15 - Question de remorquage

Zet de woorden op alfabetische volgorde!
startsein
energie
eindstreep

Slide 16 - Question de remorquage

Zet de woorden op alfabetische volgorde!
handbal
polo
paardensport

Slide 17 - Question de remorquage

Zet de woorden op alfabetische volgorde!
schaatsen
zwemmen
skaten

Slide 18 - Question de remorquage

Zet de woorden op alfabetische volgorde!
worp
wedstrijd
wandelem

Slide 19 - Question de remorquage

Zet de woorden in alfabetische volgorde!
1
2
3
4
5
6

Slide 20 - Question de remorquage

Zet de woorden in alfabetische volgorde!
1
2
3
4
5
6
7
8
hardlopen
surfen
zeilen
honkbal
breakdance
wielrennen
ballet
snorkelen

Slide 21 - Question de remorquage

Je wilt meer over een sport weten. Waar zoek jij het op?
ijshockey
voetbal
autoracen
karate
judo
skaten

Slide 22 - Question de remorquage

aan het werk
maak de werkbladen.

Klaar:
Taalblobs

Slide 23 - Diapositive

Aan het werk

Slide 24 - Diapositive

Wat is de goede volgorde van:
roos - margriet - tulp - madelief
A
margriet - madelief - roos - tulp
B
madelief - margriet - roos - tulp
C
roos - tulp - madelief - margriet
D
tulp - roos - margriet - madelief

Slide 25 - Quiz

Wat is de goede volgorde van:
boek - buiten - appel - deken
A
deken - boek - appel - buiten
B
appel - buiten - boek - deken
C
appel - deken - buiten - boek
D
appel - boek - buiten - deken

Slide 26 - Quiz

Zet de volgende woorden in de goede volgorde:
fruitmand - fruitboom - fruithapje - framboos

Slide 27 - Question ouverte

Wat ging goed?
Waar wil je nog aan werken?

Slide 28 - Question ouverte