Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 14 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Dit is een voorbeeld van:
A
blues
B
jazz
C
swing
D
rock 'n roll
Slide 2 - Quiz
Hoe vaak hoorde jet het bluesschema?
A
2x
B
3x
C
4x
D
5x
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Vidéo
Welke instrumentengroep hoort hier niet in thuis / is niet logisch?
A
Koperblazers
B
Houtblazers
C
Slagwerk
D
Strijkers
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Vidéo
Hoe heet de manier van zingen in dit fragment?
A
antifonaal
B
scat vocal
C
imitatie
D
a capella
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Vidéo
dit is een voorbeeld van:
A
disco
B
soul
C
funk
D
reggae
Slide 9 - Quiz
Het intro is:
A
overwegend op de tel
B
overwegend na de tel
C
syncopisch
D
regelmatig
Slide 10 - Quiz
Ik hoor de disco-stijl o.a. aan:
A
de instrumenten
B
de zangstem
C
de koperblazers
D
de basedrum
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Vidéo
De meerstemmige zang in dit voorbeeld is:
A
2 stemmig
B
3 stemmig
C
4 stemmig
D
5 stemmig
Slide 13 - Quiz
de meerstemmige zang is:
A
polyfoon
B
polyfoon met imitatie
C
monodie
D
homofoon
Slide 14 - Quiz
de meerstemmigheid in dit voorbeeld is:
A
melismatisch
B
parallel
C
tegenbeweging
D
geen van allen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Vidéo
Welke componist wordt hier "op de hak" genomen?
A
Trompetconcert - Haydn
B
Fur Elise - Beethoven
C
Schilderijententoonstelling - Moussorgsky
D
Bruiloftsmars - Mendelsohn
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
In dit voorbeeld hoor je een drumcomputer:
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quiz
het aantal beats per minute was:
A
rond 120
B
rond 80
C
rond 160
D
rond 200
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Vidéo
In het intro maat 6-8 spelen de volgende instrumenten unisono
A
el. gitaar en sax
B
el. gitaar en zang
C
basgitaar en zang
D
el. gitaar en basgitaar
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Vidéo
Je hoort 2 muzikale zinnen. Elke zin duurt 4 maten. Het gespeelde ritme door de gitaren in deze 4 maten is:
A
1,2,3 gelijk, 4 anders
B
1,2 gelijk en 3,4 anders
C
1,2,3,4 gelijk
D
ieder maat anders
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Vidéo
Welke muzieksoort hoor je hier?
A
Dance
B
Techno
C
Hardrock
D
Metal
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Vidéo
In het fragment spelen onder meer 2 dwarsfluiten. Hoe bewegen de dwarsfluiten zich (voornamelijk) ten opzichte van elkaar?
Slide 28 - Question ouverte
Welk ritmisch figuur spelen de tweede violen voortdurend in het fragment?
A
Syncopes
B
Triolen
C
Achtste noten
D
Kwart noten
Slide 29 - Quiz
Dit werk is een deel uit een Requiem (dodenmis). Toch spreekt er veel optimisme uit dit fragment. Geef 2 argumenten voor deze bewering. Laat de tekst en de klankkleur buiten beschouwing.
Spera in Deo - Hoop op God
Slide 30 - Question ouverte
Tekst
kenmerken hoofdvorm
expositie
doorwerking
Reprise
modulaties
slotstuk
rondo
menuet
slagwerk
strijkers
adagio
opera
soloconcert
Slide 31 - Question de remorquage
Welke zin is waar?
A
Een ouverture is een vocale opening van de opera.
B
Een aria is een lied.
C
Een recitatief heet secco als er alleen begeleiding is vanuit de baslijn.