signaalwoorden tegenstelling

Signaalwoorden
Tegenstelling
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Signaalwoorden
Tegenstelling

Slide 1 - Diapositive

Vertaal:
but
TEGENSTELLING

Slide 2 - Question ouverte

Vertaal:
although
TEGENSTELLING

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal:
despite
TEGENSTELLING

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
in spite of
TEGENSTELLING

Slide 5 - Question ouverte

Vertaal:
even though
TEGENSTELLING

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal:
instead
TEGENSTELLING

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal:
yet
TEGENSTELLING

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal:
however
TEGENSTELLING

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal:
unless
TEGENSTELLING

Slide 10 - Question ouverte

Vertaal:
nevertheless
TEGENSTELLING

Slide 11 - Question ouverte

Vertaal:
maar ook

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal:
maar

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal:
hoewel

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal:
in plaats daarvan

Slide 15 - Question ouverte

Vertaal:
desalniettemin

Slide 16 - Question ouverte

Welke hoort er niet bij? (heeft een andere vertaling)
A
despite
B
in spite of
C
instead

Slide 17 - Quiz

Welk woord geeft een tegenstelling aan?
A
even though
B
and
C
also
D
what is more

Slide 18 - Quiz

Welk woord past het beste in deze zin?Was it possible that he was ... interested in Mary?
A
even though
B
unless
C
equally
D
but also

Slide 19 - Quiz