IJs en Klimaatverandering, de toekomst

IJs en Klimaatverandering, de toekomst

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe menselijk handelen bijdraagt aan het afsmelten van de ijskappen. Aan het einde van de les kun je verschillende terugkoppelingsmechanismen benoemen en uitleggen die het afsmelten van ijskappen kunnen versnellen of juist afremmen. Aan het einde van de les kun je argumenteren waarom er de vrees is dat er binnen afzienbare tijd een 'turning point' in klimaatverandering kan komen. Aan het einde van de les kun je discussiëren over de noodzaak en de soort maatregelen die de mensheid kan of moet nemen om het afsmelten van de ijskappen te stoppen.

Wat weet je al over het smelten van ijs en klimaatverandering?

Ontwikkeling van ijs op Aarde en invloed op klimaat

Afname van ijs door ablatie. Toename van ijs door accumulatie. Albedo en de verhouding tussen gereflecteerde en inkomende stralingsflux.

Klimaatvluchtelingen en gevolgen van zeespiegelstijging

Menselijke impact op klimaatvluchtelingen. Gevolgen van zeespiegelstijging voor laaggelegen gebieden.

Rol van het IPCC en betekenis van klimaatrapporten

IPCC als evaluator van klimaatonderzoek. Informeren van beleidsmakers. Beoordelen van klimaatonderzoek.

Verandering van temperatuur en neerslag

Scenario's voorspellen veranderingen. Effecten op biodiversiteit en landbouw.

Impact van klimaatverandering op verschillende regio's

Verschillende uitkomsten afhankelijk van regio. Economische en ecologische verschuivingen.

Specifieke gevolgen voor Nederland en KNMI-klimaatscenario's

Uitdagingen zoals zeespiegelstijging en verzilting. Ontwikkeling van KNMI-klimaatscenario's.

Adaptatiestrategieën en mitigatiemaatregelen

Noodzaak van adaptatie en mitigatie. Beperken van consequenties van smeltend ijs.

Definitielijst

Ablatie, Accumulatie, Albedo, Antropogeen, Cryosfeer, IPCC, KNMI-klimaatscenario's, Mitigatie, Thermische expansie, Zeespiegelstijging

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.