Les 15 - Introductie programmeren

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programma voor vandaag:
  • INTRODUCTIE ONDERWERP
  • TIJD OM TE PROGRAMMEREN
  • FUNCTIES
  • VARIABELEN
  • Een grote IKEA kast
  • OPDRACHTJES MAKEN

Slide 2 - Diapositive

Waarom is les in programmeren belangrijk?
Programmeren is het geven en verwerken van instructies aan een computer.
Het resultaat van de instructies zie je op je scherm of op je printer
Instructies gaan stap voor stap.

Opdracht: wat gebeurt er tussen het indrukken van een toets en het verschijnen van een tekst op het scherm.

Zoek op hoe dit werkt en zet het antwoord in de volgende vraag

Slide 3 - Diapositive

Wat gebeurt er tussen het indrukken van een toets en het verschijnen van de letter op je scherm

Slide 4 - Question ouverte

Tijd om ECHT te programmeren
Wat is Python en waarom gebruiken wij het?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Beginnen met programmeren
Open de webpagina : online-python.com

Je ziet een stukje voorbeeldcode
Klik op RUN om te zien wat er gebeurt

(let op dit is een voorbeeld-editor, werkt wordt niet bewaard)

Slide 7 - Diapositive

Online-python.com 
Verwijder de code die in het bovenste vakje staat.
Voorbeeld code: 
Tik in het bovenste vakje:
‘print’ en dan je naam
Waarom gaat het fout?

Slide 8 - Diapositive

Online-python.com 
Verwijder de code die in het bovenste vakje staat.
Voorbeeld code: 
Tik in het bovenste vakje:
print en dan je naam
Waarom gaat het fout?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Zorg dat Python onder elkaar zet:
Je naam
De klas
De naam van de school

Slide 10 - Diapositive

Variabelen
Variabelen zijn stukje van het computergeheugen waar je iets in kunt bewaren. Net als deze kast.

Slide 11 - Diapositive

Variabelen
Er zijn verschillende soorten variabelen
String= tekst
Integer= getal
Float= getal met decimalen
Boolean= True False

Slide 12 - Diapositive

Variabele INT 
Met een variabele INT kun je rekenen
Bijvoorbeeld
Int_1= 100
Int_2= 200
gebruik print en + - * en / om de variabelen op te telen, af te trekken, vermenigvuldigen en te delen

Slide 13 - Diapositive

Variabelen  STR
Met een variabele STR kun je tekst bewerken
Bijvoorbeeld
Str_voornaam= "Hans"
Str_Achternaam= "de" 
strAchternaam= "Jong"

Druk nu de volledige naam af in de Python editor

Slide 14 - Diapositive

Variabele  BOOL
Met een variabele BOOL kun je opslaan of iets True of False is
in Python
= betekent ‘wordt’
== betekent ‘is gelijk aan’



Druk nu de volledige naam af in de Python editor

Slide 15 - Diapositive

Variabele  BOOL
Neem de volgende code over:
woord1 = ‘jongetje’
woord2 = ‘meisje’
zijnhetzelfde = True
Maak de code zo af, dat Python de variabele ‘zijnhetzelfde’ afdrukt en dat deze laat zien dat een jongetje niet hetzelfde is als een meisje.

Slide 16 - Diapositive

Beste programmeurs
Dank!
Tot volgende week.

Slide 17 - Diapositive