Proeftoets

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Proeftoets

1. Sushi restaurant

354 x € 13,50 = € 4.779,-

2. Limonadesiroop

€ 0,65 / 100 x 183 = €1,1895

€ 1,19

3. btw op boeken

€ 20,99 / 109 x 121 = € 23,30

4. spelcomputers

Omzet	€ 210.000
Inkoopwaarde	€ 55.000
Brutowinst	€ 155.000
Kosten	€ 52.150
Nettoresultaat	€ 102.850

Vrachtwagen

€ 140.000 - € 30.000 = € 110.000

110.000/ 65.000 = € 1,692307692307692

€ 1,69

Leerdoelen voor de toets

Ik kan met een percentage een getal berekenen(Wat is …% van €?)

Ik kan een percentage berekenen (Hoeveel % is A van B?)

Ik kan een verandering in procenten berekenen

Ik kan een bedrag omrekenen van week naar maand en andersom

Ik kan een indexcijfer berekenen

Ik kan de prijs van een standaardgewicht berekenen(hoeveel kost product A per 100 gram?)

Ik kan enkelvoudige rente berekenen

Ik kan samengestelde rente berekenen

Ik kan kredietkosten berekenen(Wat kost het afsluiten van een lening?)

Ik kan afschrijvingskoten berekenen(Wat is de waardevermindering van een product?)

Ik kan de verkoopprijs van een product berekenen

Ik kan de consumentenprijs van een product berekenen

Ik kan de omzet berekenen

Hoeveel ijsjes worden er verkocht? En voor welke prijs?

Arbeidsproductiviteit

De productie per persoon in een bepaalde tijd.

Een kledingfabriek produceert 96.000 T-shirts per week. De 16 werknemers werken 5 dagen per week. Een werkdag is 8 uur.

De productie per dag is 96.000 ÷ 5 = 19.200 T-shirts.

De arbeidsproductiviteit per persoon per dag is 19.200 ÷ 16 = 1.200 T-shirts.

De arbeidsproductiviteit per uur is ...(?)... T-shirts : ...(?)... = ...(?)... T-shirts per uur