Module 5 les 1 Hoofdstuk 1 en 2

Module 5 les 1 
Hoofdstuk 1 en 2
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Module 5 les 1 
Hoofdstuk 1 en 2

Slide 1 - Diapositive

Ik weet nog goed wat in de vorige modules behandeld is!
Ja! Mhaw Nee...

Slide 2 - Question ouverte

onderwerpen modules 1, 2 en 3

Slide 3 - Carte mentale

Onderwerpen module 1, 2 en 3
De volgende onderwerpen zijn behandeld in module 1:
  • Introductie dierentuinen (definities, geschiedenis, enz)
  • Gedrag (wat is gedrag, sleutelprikkel en supranormale prikkel)
  • De verschillende gedragssystemen en afwijkend gedrag
  • Communicatie en signalen
  • Observeren
  • Alles over voeding en water
  • Alles over omgeving
  • Identificatie en registratie
  • Vangen, hanteren en fixeren
  • Dierenwelzijn

Slide 4 - Diapositive

Onderwerpen module 1, 2 en 3
De volgende onderwerpen zijn behandeld in module 2:
  • Hygiëne (voor dier en jezelf)
  • Reinigen en ontsmetten
  • schoonmaakmiddelen
  • Hygiënisch verwerken van voer
  • Ongedierte bestrijding
  • Dierziekten en zoönose
  • Huisvesting en wetgeving

Slide 5 - Diapositive

Onderwerpen module 1, 2 en 3
De volgende onderwerpen zijn behandeld in module 3:
  • Observatie van gedrag
  • Verrijking maken
  • EHBD
  • Medicijnen toedienen

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les:
  • Kun je uitleggen waarom een dierentuin voor bepaalde diersoorten kiest
  • kun je uitleggen waarom dieren in bepaalde groepsgroottes en geslachten gehouden worden
  • Weet je waar en hoe je meer informatie kunt vinden over verschillende diersoorten
  • Kun je uitleggen waarom je voor welke diersoorten kiest voor je IO en je maquette
  • Weet je meer over veel voorkomende soorten
  • Weet je hoe je betrouwbare informatie vindt over het houden van verschillende diersoorten in een verblijf
  • Kun je deze kennis toepassen zodat je een geschikt verblijf kunt ontwerpen voor het houden van verschillende diersoorten

Slide 7 - Diapositive

Waar moet een directeur aan denken bij het kiezen van een nieuw dier om toe te voegen aan de diercollectie?

Slide 8 - Question ouverte

Nieuw dier toevoegen
De keuze van een nieuw dier hangt af van verschillende dingen:
  • Past dier in thema park/gebied? (Thema Afrika, dus geen Aziatische olifant)
  • Waar komt het dier vandaan? (Uit het wild, dus illegaal of legaal uit een ander park)
  • Past het dier in het verhaal van conservation (visie dierentuin)?
  • Of is het dier populair onder de bezoekers en wordt het dier een publiekstrekker?

Slide 9 - Diapositive

In dierentuinland wisselen de dierentuinen vaak hun dieren uit. Hoe zit het met de kosten?
A
De dierentuinen kopen voor een vriendenprijsje het dier over.
B
De dierentuin die het dier aanbiedt, betaalt de transportkosten.
C
De dierentuin die het dier wil hebben, betaalt de transportkosten.
D
Dierentuin A koopt dier van dierentuin B en dierentuin B betaalt de transportkosten

Slide 10 - Quiz

Nieuw verblijf ontwerpen
  • Naast het kiezen van een nieuw diersoort moet er ook gekeken worden of er überhaupt ruimte is voor een nieuw verblijf

Slide 11 - Diapositive

Waar moet een dierentuin aan denken bij het bouwen van een nieuw verblijf?

Slide 12 - Question ouverte

Bestaande dieren uit de collectie
Een dierentuin kan besluiten om sommige dieren niet meer in hun collectie te hebben.
Om welke reden/redenen kan een dierentuin dit beslissen?

https://limburg24.nl/laatste-muskusossen-uit-nederland-verdwenen/ 

Slide 13 - Diapositive

Waar kan een dierentuin informatie vinden over hun nieuw aan te schaffen dier?
A
Werkbezoek in het wild waar het dier voorkomt
B
Andere dierentuinen die het dier al hebben
C
The best practice guidelines van EAZA
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quiz

Groepsgrootte
  • Is het dier solitair of leeft het in een sociale groep (tapirs BZ)
  • Leef situatie in het wild vs wat is mogelijk (Afrikaanse savanne olifant)
  • Normaal in een grote groep en nu in een kleine groep kan leiden tot een verminderd welzijn
  • Stamboekhouder heeft het laatste woord
  • Natuurlijke groep of juist een mannen- of vrouwengroep

Slide 15 - Diapositive

Hoe wordt een dier genoemd waar geen plaats meer voor is in een dierentuin?
A
Over
B
Surplus
C
Aanbieding
D
Overschot

Slide 16 - Quiz

Wat zou volgens jou een (nieuw) verblijf moeten hebben als je denkt aan surplus dieren?

Slide 17 - Question ouverte

Nieuw diersoort vs personeel
Jij bent de directeur van een dierentuin. Je hebt je zinnen gezet op een nieuw dier. Waar moet jij aan denken als jij naar jouw personeelsbestand kijkt?
  • Kunnen jouw 'oude' personeelsleden de nieuwe diersoort verzorgen?
  • Heb je extra personeelsleden nodig i.v.m. uitbreiding dierbestand op een bestaande afdeling?

Slide 18 - Diapositive

Nieuw diersoort vs personeel
Hoe kunnen de dierverzorgers kennis en ervaring op doen?

Slide 19 - Diapositive

Kosten
Een nieuwe diersoort betekent altijd geld uitgeven.
Denk aan:
  • Bouw nieuw verblijf
  • Transportkosten
  • Training personeel
  • Werving en loon nieuw personeel
  • Kosten voer en ander verzorgingskosten
  • PR

Slide 20 - Diapositive

Mixed-species exhibit
  • Passen de dieren wel bij elkaar?
  • Hoge educatieve waarde!
  • Hoe agressief zijn de verschillende diersoorten naar elkaar?
  • Of reageren ze neutraal op elkaar?
  • Of zijn de diersoorten sociaal naar elkaar
  • Zorg voor verschillende voer- en waterplekken (hoogte en hoeken) (afzetten met afrasteringen waar 1 diersoort wel doorheen kan.
  • Verschillende nachthokken voor de diersoorten

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk
Jij gaat deze twee opdrachten thuis uitwerken: 
Opdracht 1: 
Maak een lijstje van alle punten die naar boven zijn gekomen tijdens deze les die van belang zijn bij de keuze van een diersoort. Zet ze in de volgorde van wat jij belangrijk vindt. Bedenk argumenten waarom jij vindt dat die punten in deze volgorde horen. 

Opdracht 2:
Zoek de best practice guideline op van de olifanten. Bedenk wat voor advies jij zou geven aan de denkbeeldige directeur die graag olifanten wil hebben. Beschrijf kort hoe het perfecte verblijf voor olifanten eruit zou moeten zien volgens de guidelines. Hoeveel olifanten zou je moeten houden? Zijn er punten uit deze guideline die nog niet naar voren zijn gekomen in dit hoofdstuk? Vermeld deze dan ook.

BEGIN VOLGENDE LES GAAN WE DEZE HUISWERKOPDRACHT DOORSPREKEN.

Slide 22 - Diapositive

Opdracht tijdens de les
Jullie gaan in groepjes van 3 of 4 twee opdrachten uitwerken: 
Opdracht 1: (maximaal 10 minuten)
Maak een lijstje van alle punten die naar boven zijn gekomen tijdens deze les die van belang zijn bij de keuze van een diersoort. Zet ze in de volgorde van hoe belangrijk ze zijn volgens jullie groepje. Bedenk argumenten waarom jullie vinden dat die punten in deze volgorde horen. 

Opdracht 2: (maximaal 40 minuten)
Zoek de best practice guideline op van de olifanten. Verdeel de verschillende hoofdstukken die belangrijk zijn voor het houden van olifanten over jullie groepje. Bedenk wat voor advies je zou geven aan de denkbeeldige directeur die graag olifanten wil hebben. Beschrijf kort hoe het perfecte verblijf voor olifanten eruit zou moeten zien volgens de guidelines. Hoeveel olifanten zou je moeten houden? Zijn er punten uit deze guideline die nog niet naar voren zijn gekomen in dit hoofdstuk? Vermeld deze dan ook.

Slide 23 - Diapositive