week 2 klas 1 b

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

datum: dinsdag 18 januari

Leg je spullen vast klaar:

• Leesboek

• Lesboek  

• schrift      

Maak de vragen en ga daarna lekker lezen.

1. Schrijf de uit-

  drukking plus 
de betekenis op

 

2.Maak een zin met het woord: ideaal

Wat gaan we deze les doen?

Doel: Je leert zoekend lezen.

• bespreken startopdracht
• bespreken theorie
• klassikaal opdracht 1 maken
• samen tekst 3 lezen --> zelfstandig opdracht 2 maken
• Klaar: Ipad--> extra opdrachten --> kies lezen

Zoekend lezen

Je zoekt alleen het stukje tekst dat je nodig hebt en dat lees je precies.

Hoe lees je zoekend?

• bekijk de titel en tussenkopjes
• kijk naar anders gedrukte woorden (vet, schuin, gekleurd, onderstreept)
• let op opvallende tekens ( bolletjes, nummeringen, sterretjes, enz)

datum: donderdag 20 januari

Leg je spullen vast klaar:

• Leesboek

• Lesboek  

• schrift      

Maak de vragen.

1. Weet je nog wat de woorden betekenen?

• het parcours
• profiteren van
• ideaal
• minuscuul

2. Maak een zin met minuscuul.

Wat gaan we deze les doen?

Doel: Je leert zoekend lezen.

• Bespreken startopdracht
• herhalen uitdrukkingen
• herhalen theorie: zoekend lezen (H3 blz 64)
• tekst 4 lezen
• opdracht 4 maken ( daarna opdr 1 en 2 )
• klaar: Ipad --> extra opdrachten --> kies lezen

Welke uitdrukking zie je op de afbeeldingen?

Schrijf de betekenis op.

H3 blz 64 groene kader

Noem 3 dingen die je kunt doen bij zoekend lezen:

• .....
• .....
• ....

                                                                                              ****         1.

                                                                                                                2. 

                                                                                                                 

Zoekend lezen

Je zoekt alleen het stukje tekst dat je nodig hebt en dat lees je precies.

Hoe lees je zoekend?

• bekijk de titel en tussenkopjes
• kijk naar anders gedrukte woorden (vet, schuin, gekleurd, onderstreept)
• let op opvallende tekens ( bolletjes, nummeringen, sterretjes, enz)

datum: donderdag 20 januari

Leg je spullen vast klaar:

• Leesboek

• Lesboek  

• schrift      

Maak de opdrachten.

1. Maak een zin met het woord: ideaal

2. Schrijf de betekenis op: Ik sta perplex, want alle leerlingen hebben hun huiswerk gemaakt. Zo verbaasd ben ik nog nooit geweest.

Levenloos ligt de vis buiten de kom. Toch is hij nog niet dood.

Wat gaan we deze les doen?

Doel: Je leert over het werkwoordelijk gezegde.

• bespreken startopdracht
• opdracht: zoek de pv, o en de ww
• theorie: werkwoordelijk  gezegde
  
• opdracht: verdeel de zin in zinsdelen 
• werken: maak opdracht 1, 2 en 4 op blz 80/81
• klaar: Ipad --> extra opdrachten --> taalverz. grammatica

Zoek in de zinnen de pv, o en alle ww.

Schrijf het zo in je schrift:      Pv =
                                                            O =

                                                            Wg =

1.Het Nederlands vrouwenelftal speelt op dit moment een interland tegen Ierland.

2. De inwoners van de Franse hoofdstad Parijs worden Parisiens genoemd.

3. Het Insula College Koningstraat is de leukste school van Dordrecht en omstreken.

Zoek in de zinnen de pv, o en alle ww.

1.Het Nederlands vrouwenelftal speelt op dit moment een interland tegen Ierland.1.   
Pv = speelt.         O  = het Nederlands vrouwenelftal.               Wg = speelt

2. De inwoners van de Franse hoofdstad Parijs worden Parisiens genoemd.

Pv = worden        O = de inwoners             Wg = worden genoemd

3. Het Insula College Koningstraat is de leukste school van Dordrecht en omstreken.

Pv = is                   O = het Insula College Koningstraat                Wg = is 

Theorie: werkwoordelijk gezegde (blz 80)

Wat moet je weten over het werkwoordelijk gezegde?

• Het wg bestaat uit alle ww in de zin.
• Soms is het wg maar 1 ww ( de pv )

Verdeel de zinnen in zinsdelen.

1. Die bloemen staan al een hele week in de vaas.

2. Dit weekend wil ik mijn verjaardag gaan vieren.

3. Na het klassenfeest ruimen de leerlingen met elkaar de      rommel op.

Verdeel de zinnen in zinsdelen.

1. Die bloemen /staan /al /een hele week/ in de vaas.

2. Dit weekend/ wil /ik/ mijn verjaardag /gaan vieren.

3. Na het klassenfeest /ruimen/ de leerlingen/ met elkaar/ de      rommel /op.

! wg = ruimen op ( want het hele ww is opruimen)

datum: 

Leg je spullen vast klaar:

• Leesboek

• Lesboek  

• schrift      

Maak de opdrachten en ga daarna lezen.

1. Wat is een flyer

2. Maak uit je lesboek de startopdracht op blz 70.

datum: vrijdag 21 januari

Leg je spullen vast klaar:

• Leesboek

• Lesboek  

• schrift      

Maak de vragen en ga daarna lezen.

1. Schrijf de drie lw op.

     Wat is een zn?

     Wat zijn ww?

2.Zoek de ww, zn en lw in de zinnen

• De weersvoorspelling voor morgen: het regent de hele dag.
• Morgen gaan de leerlingen uit klas 1c een dagje naar de Efteling.

Wat gaan we deze les doen?

Doel: Je herhaalt de leerstof over ww, lw en zn.

• bespreken startopdracht
• nakijken opdracht 1, 2 en 4 op blz 80/81
• werken: maak het werkblad over zn en ww
• klaar: Ipad --> extra opdrachten --> kies taalverzorging spelling
• bespreken werkblad over zn en ww