14.11.2022 kloktijden

Willkommen
  • Setzt euch
  • Nimm das Buch auf Seite 81 dabei
  • Und auch euer I-Pad
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Willkommen
  • Setzt euch
  • Nimm das Buch auf Seite 81 dabei
  • Und auch euer I-Pad

Slide 1 - Diapositive

Heute
  • Ziele
  • Wiederholung
  • Uhrzeiten
  • An die Arbeit 

Slide 2 - Diapositive

Ziele
  • Am Ende dieser Stunde versteht ihr wie die Uhrzeiten in Deutsch gesagt werden.
  • Aan het einde van deze les weten jullie hoe de kloktijden in het Duits gezegd worden.

Slide 3 - Diapositive

Een woord is mannelijk bij:
A
biologisch een man
B
dagen, maanden en jaargetijden
C
woorden mbt weer
D
soms als het eindigt op een e

Slide 4 - Quiz

Welk woord krijgt is vrouwelijk?
A
Lesung
B
Freundinnen
C
Name
D
Feminismus

Slide 5 - Quiz

Welk woord krijgt das?
A
Freundschaft
B
Hengst
C
Kinder
D
Haus

Slide 6 - Quiz

Welk lidwoord krijgt: Nation
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste meervoud van Vater?
A
Vaters
B
Väter
C
Vatern
D
Vätere

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste meervoud van: Freundschaft
A
Freundschafte
B
Freundschäfte
C
Freundschaften
D
Freundschafts

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste meervoud van auto in het Duits?
A
Autos
B
Auto's
C
Auto
D
Autoën

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je in het Duits: 12

Slide 11 - Question ouverte

Hoe schrijf je in het Duits: 17

Slide 12 - Question ouverte

Hoe schrijf je in het Duits: 6

Slide 13 - Question ouverte

Hoe schrijf je in het Duits: 25

Slide 14 - Question ouverte

Uhrzeiten - neem over in je schrift
  • Hoe laat is het? - Wie spät ist es?
  • Het is = Es ist
  • uur = Uhr
  • half = halb
  • kwartier = Viertel
  • voor = vor
  • over/na = nach 

Slide 15 - Diapositive

Uhrzeiten - voorbeelden
  • 10.00 =  Es ist zehn Uhr
  • 10.30 = Es ist halb elf
  • 10.45 = Es ist Viertel vor 11
  • 11.15 = Es ist Viertel nach elf
  • 11.35 = Es ist fünf nach halb zwölf
  •  11.50 = Es ist zehn vor zwölf

Slide 16 - Diapositive

Schrijf in het Duits: 9.30

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf in het Duits: 17.15

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf in het Duits: 20.10

Slide 19 - Question ouverte

An die Arbeit
  • Für Montag 21.11
  • Machen: Seite 90 Aufgabe 38 bis zu 43, Stencil Klokkijken (volgt donderdag)
  • Lernen: Seite 96/97 Lernliste A/B/C, Aantekening klokkijken 

Slide 20 - Diapositive

Am Ende

Slide 21 - Diapositive