yes/no questions and ordinals

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 1

Short yes/no answers

Today's goal:

I can answer yes/no questions

Short yes/no answers

In het Engels is het heel onbeleefd om alleen met "ja" of "nee" te antwoorden als iemand je een vraag stelt.

Daarom herhalen we een deel van de vraag in ons antwoord.

Do you like pizza?

Yes, I do

No, I don't

Do you like pancakes?

1. Yes, I like
2. Yes, I does
3. Yes, I do

Does your sister have a bike?

1. yes, she has
2. yes, she does
3. yes, she have

Do they like going on holiday to Spain?

1. No, they like not
2. No, they do
3. No, they don't
4. No, they not like

Does she like to go to school?

1. No, she does
2. No, she doesn't
3. No, she likes not
4. No, she not likes

In hoeverre snap je dit?

😒🙁😐🙂😃

Wat is het verschil?

In the supermarket, I bought five apples.

I finished fifth in the running competition.

Wat is het verschil?

Telwoorden

• Hoofd telwoorden: een, twee, drie ...
• Rang telwoorden: eerste, tweede, derde ... 

Wat valt je op?

• I was eighth in line at the store. 
• What subject do we have during fourth period?
• We are free after sixth period!

Wat valt je op?

cijfer + th

Basisregel

Voorbeeld

• Fourth
• Twelfth
• Fifteenth

Uitzondering

1. First
2. Second
3. Third 

Grotere getallen

• 21e = twenty-first
• 22e = twenty-second
• 24e = twenty-fourth 

Vertaal het rangtelwoord:
Ik was eerste bij de gymles!

Vertaal het rangtelwoord:
We eindigden vierde.

Vertaal de zin:
We hebben Engels tijdens het vijfde blokuur.

In hoeverre snap je dit?

😒🙁😐🙂😃