Je zit thuis rustig tv te kijken, als je moeder vraagt of je even bananen kan halen voor een fruitsmoothie. Met tegenzin fiets je naar de supermarkt en haal je een tros bananen.
Je denkt: 'tja, als ik toch hier ben, kan ik ook wel een chocoladereep halen. Ik ben nota bene voor haar naar de supermarkt gefietst'.
Snel pak je nog een reep Milka.