Literatuur 3 literaire genres

Literatuur 3 
literaire genres
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Literatuur 3 
literaire genres

Slide 1 - Diapositive

Programma
-Opdrachten controleren + nakijken
10 min
-Herhalen literatuur paragraaf 2
10 min
-Literaire genres
20 min
-Zelfstandig oefenen


35 min


Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je weet wat literaire genres zijn en wat de functie van genre-indeling is;
  • Je kan herkennen tot welk literair genre een tekst behoort en kenmerken van literaire genres in teksten aanwijzen;
  • Je kan literaire genres vergelijken en verschillen op basis van hun functie verklaren;
  • Je kan zelf een verhaal bedenken dat voldoet aan de kenmerken van een bepaald genre. 

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk controleren + nakijken
In Classroom staat een mapje met de titel "antwoorden". 
In dat mapje zie je de antwoorden van de gemaakte opdrachten van vorige week. 
Kijk zelf je werk (goed) na. 

Slide 4 - Diapositive

Welke vijf leesmanieren zijn er?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een autobiografische roman?

Slide 6 - Question ouverte

Leesmanieren
Belevend lezen --> lekker ontspannen.
Herkennend lezen --> lezen over personages en gebeurtenissen waar je je mee kunt identificeren. 
Reflecterend lezen --> om op nieuwe ideeën te komen en aan het denken wilt worden gezet.
Interpreterend lezen --> als je op zoek gaat naar een diepere betekenislaag en wilt weten hoe een verhaal in elkaar zit.
Letterkundig lezen --> als je het boek wilt leren begrijpen vanuit de historische context en belangstelling hebt voor de bedoelingen en literatuuropvattingen. 
Met meer ervaring kun je deze manieren combineren. 
Bepaalde teksten vragen bepaalde leesmanieren. 

Slide 7 - Diapositive

Fictie en werkelijkheid
Autobiografische roman --> boek over heftige, waargebeurde gebeurtenissen uit het leven van de schrijver.
Alter ego -->  schrijvers onder een andere naam. 
Autofictie --> verhalen waarin de schrijver zelf de hoofdpersoon van zijn boek is. 
Biografie --> een boek over een bekend persoon, niet geschreven door de bekende persoon zelf. 

Slide 8 - Diapositive

Literaire genres
Blz 136-137
Genre --> soort verhaal.
Lyriek --> poëzie en liedteksten.
Epiek --> verzamelnaam voor alle verhalende literaire teksten. 
Literair proza --> de vernieuwde naam van epiek
Dramatiek --> toneel en film. 
Mythen --> verhalen over (half)goden en helden en geven een verklaring voor de onbegrijpelijke werkelijkheid. 
Legenden --> vertellen over levens van heiligen en wonderen. 
Sagen --> fantasy-achtige verhalen over mystieke zaken.
Sprookjes --> moralistische volksverhalen waarin het goede met het kwade strijdt. 
Fabels --> dierenverhalen waarin mensen een spiegel wordt voorgehouden. 

Slide 9 - Diapositive

Literaire genres
Blz 138
Avonturenromans --> boeken waarin veel gebeurt. 
Psychologische romans --> gaan vooral om de binnenwereld van een personage. 
Ideeënromans --> de visie op de werkelijkheid is belangrijker dan de ontwikkeling van de personages. 
Zeer kort verhaal --> verhaal van maximaal 500 woorden.
Kort verhaal --> tja... 
Novelle --> te lang voor een kort verhaal, te kort voor een roman, meestal 100 pagina's. 
Roman --> boek. 

Slide 10 - Diapositive

Poëzie
Blz 138-139
Sonnet --> gedicht met veertien versregels. 
Haiku --> gedicht met drie versregels.
Puntdicht/epigram --> kort gedicht dat eindigt met een grapje. 
Ballade --> verhalend lied met meestal een tragische afloop. 
Elegie --> klaaglied. 


Slide 11 - Diapositive

Wat is jouw favoriete genre?

Slide 12 - Carte mentale

Toepassing
Op basis waarin worden kenmerken van genres vastgesteld?

Wat is het belangrijkste onderscheid tussen de klassieke en moderne proza?


Slide 13 - Diapositive

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Literatuur paragraaf 3 literaire genres, opdracht 4,6,7 en 8.
Hoe?
Oefenboek blz 138-139.
Handboek blz 136-139.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 14:40.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Opdrachten van gisteren.

Slide 14 - Diapositive

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Je weet wat literaire genres zijn en wat de functie van genre-indeling is.
Je kan herkennen tot welk literair genre een tekst behoort en kenmerken van literaire genres in teksten aanwijzen.
Je kan zelf een verhaal bedenken dat voldoet aan de kenmerken van een bepaald genre. 

Je kan literaire genres vergelijken en verschillen op basis van hun functie verklaren.

Slide 15 - Question de remorquage