Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
K3 herhaling Unit 3
K3 herhaling Unit 3
1 / 54
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
54 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
K3 herhaling Unit 3
Slide 1 - Diapositive
Login in lessonup.app
Ga naar lessonup.app
Gebruik de code (links onder)
Gebruik je eigen naam
Tijd voor een quiz
Slide 2 - Diapositive
Grammatica
Wat moet er telkens op de puntjes staan
Toekomst: Will
Slide 3 - Diapositive
Wat moet er op de ... staan?
If they don't hurry, they ... late
A
can be
B
will be
C
will
D
are
Slide 4 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
... me carry those books?
A
can you help
B
you will help
C
are you going to help
D
will you help
Slide 5 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
That coffee is very hot, you ... your mouth if you drink now.
A
will burn
B
burn
C
will make
D
burn will
Slide 6 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
She isn't fast, she ... the race.
A
will not win
B
not wil win
C
won't win
D
isn't winning
Slide 7 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
... the door for you?
A
will not open
B
will I open
C
I will open
D
shall I open
Slide 8 - Quiz
Grammatica
Wat moet er telkens op de puntjes staan
Used to
Slide 9 - Diapositive
Wat moet er op de ... staan?
She ... in a restaurant.
A
used to work
B
use to work
C
worked
D
did use to work
Slide 10 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
... friend with Lisa?
A
she didn't use to be
B
did she use to be
C
she used to be
D
did she used to be
Slide 11 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
They ... next to us. (not)
A
used to live not
B
didn't use to live
C
didn't used to live
D
not used to live
Slide 12 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
I ... a lot of cakes when I was young.
A
did I use to bake
B
did use to bake
C
used to bake
D
use to bake
Slide 13 - Quiz
Grammatica
Wat moet er telkens op de puntjes staan
Some, any, something, anything...
Slide 14 - Diapositive
Wat moet er op de ... staan?
I need ... help here!
A
some
B
any
Slide 15 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
I want to tell you...
A
something
B
anything
Slide 16 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
There isn't ... soup left
A
some
B
any
Slide 17 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
Why are you standing up? Are you going ...
A
somewhere
B
anywhere
Slide 18 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
I have lost my keys, have you found them ...
A
somewhere
B
anywhere
Slide 19 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
We are going ... tonight with Tim and Jack.
A
somewhere
B
anywhere
Slide 20 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
Is that blood? Has ... happened?
A
something
B
anything
Slide 21 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
I don't have ... to go tomorrow.
A
somewhere
B
anywhere
Slide 22 - Quiz
Wat moet er op de ... staan?
Is there ... salt left?
A
some
B
any
Slide 23 - Quiz
Woordjes
Typ telkens de vertaling van het woord.
Eerst EN-NE 15x
Daarna NE-EN 15x
Slide 24 - Diapositive
EN-NE
exam
Slide 25 - Question ouverte
EN-NE
opportunity
Slide 26 - Question ouverte
EN-NE
stern
Slide 27 - Question ouverte
EN-NE
chemist
Slide 28 - Question ouverte
EN-NE
rash
Slide 29 - Question ouverte
EN-NE
habit
Slide 30 - Question ouverte
EN-NE
packaging
Slide 31 - Question ouverte
EN-NE
trade
Slide 32 - Question ouverte
EN-NE
wage
Slide 33 - Question ouverte
EN-NE
choir
Slide 34 - Question ouverte
EN-NE
ritual
Slide 35 - Question ouverte
EN-NE
to wish
Slide 36 - Question ouverte
EN-NE
curious
Slide 37 - Question ouverte
EN-NE
warehouse
Slide 38 - Question ouverte
EN-NE
crutches
Slide 39 - Question ouverte
NE-EN
handschrift
Slide 40 - Question ouverte
NE-EN
taak
Slide 41 - Question ouverte
NE-EN
lichte (klachten)
Slide 42 - Question ouverte
NE-EN
zeeziek
Slide 43 - Question ouverte
NE-EN
gezondheid
Slide 44 - Question ouverte
NE-EN
afdeling
Slide 45 - Question ouverte
NE-EN
symbool
Slide 46 - Question ouverte
NE-EN
traktatie
Slide 47 - Question ouverte
NE-EN
viering
Slide 48 - Question ouverte
NE-EN
merk
Slide 49 - Question ouverte
NE-EN
afval
Slide 50 - Question ouverte
NE-EN
zonnesteek
Slide 51 - Question ouverte
NE-EN
pil
Slide 52 - Question ouverte
NE-EN
huisarts
Slide 53 - Question ouverte
NE-EN
lui
Slide 54 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
K2 herhaling Unit 3
Mars 2023
- Leçon avec
52 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
K3 T1 Oefenen EW1
Novembre 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
K3 T4 Oefenen
Avril 2023
- Leçon avec
47 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3B_HobbyUitgaan_Les2
Mars 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Engels
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
4.3 speaking
Mai 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Grammatica H2
Novembre 2017
- Leçon avec
17 diapositives
Present simple/ vragende voornaamwoorden/persoonlijke voornaamwoorden
Décembre 2024
- Leçon avec
47 diapositives
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Present Simple Q & N
Juin 2022
- Leçon avec
38 diapositives
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1