Past simple 2mkc

Past Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Past Simple


Aan het einde van de les kun je:
  • de Past Simple herkennen
  • de Past Simple gebruiken
  • de Past Simple toepassen

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over de Past Simple?
Ik weet alles al
Ik weet er een beetje van af
Het komt me wel bekend voor...
Ik weet hier nog niets over

Slide 2 - Sondage

Past Simple
Gebruik je: als iets in het verleden is gebeurd en is afgelopen / als iets op een specifiek moment in het verleden was

Herkenningswoorden: 
vaak een duidelijke tijdsbepaling in het verleden
yesterday, ...ago, last ..., in ..., 

Slide 3 - Diapositive

Past Simple: regelmatig
I / you / he / she/ it / we / they
+
ww + ed
+
ww eindigend op -e + d

vb: 
I walked, he played, they used, we smiled

Slide 4 - Diapositive

Past Simple: To Be
+
I was
You were
He was
-
I was not
We were not
She was not
?
Was I
Were they
Was it?

Slide 5 - Diapositive

Past Simple:

Wat geef je aan met de past simple?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Iets dat NU aan de gang is.
C
Iets dat is gebeurd in het verleden.
D
Iets dat begon in het verleden en nu nog steeds bezig is.

Slide 6 - Quiz

Past Simple:

Wat is de regel van de Past Simple?
A
hele ww+ - ed
B
hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 7 - Quiz

De Past Simple gebruik je...
A
bij iets in de toekomst
B
bij iets in het heden
C
bij iets uit het verleden
D
bij iets in het verleden en heden

Slide 8 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She was living in the city.
B
She lived in the city.
C
She has lived in the city.
D
She has been living in the city.

Slide 9 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Purmerend for 13 years.
B
I was living in Purmerend.
C
I lived in Purmerend in 2010
D
I am living in Purmerend.

Slide 10 - Quiz

Past Simple:
Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 11 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I always walk to school.
B
I am reading a book now.
C
I organised a party past week.
D
Will you come to my party tomorrow?

Slide 12 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I have lived in Utrecht for 13 years.
B
I was living in Utrecht.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am living in Utrecht.

Slide 13 - Quiz

PAST SIMPLE:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 14 - Quiz

Past Simple:
Welke zin staat in de Past Simple?
A
She studied a lot last night.
B
She was studying a lot last night.
C
She has studied a lot last night.
D
She is studying a lot last night.

Slide 15 - Quiz

My dad ... (to cook) yesterday.

Slide 16 - Question ouverte

I ... (like) chocolate when I was young.

Slide 17 - Question ouverte

Onregelmatige WW

Slide 18 - Carte mentale

... (he - eat) pizza every day last month?

Slide 19 - Question ouverte

My sisters ... (to be) really annoying at a young age.

Slide 20 - Question ouverte

Maak een positieve zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 21 - Question ouverte

Maak een negatieve zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 22 - Question ouverte

Maak een vragende zin waarin je de Past Simple gebruikt

Slide 23 - Question ouverte

Past Simple

Slide 24 - Carte mentale

Voor mij is de Past Simple nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 25 - Sondage