HNE Duits HAVO2 wk4_les7: Kap1/L4

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Buch / Laptop
- Heft
- Kugelschreiber
Donnerstag 22. September 2022
Herbst- Woche 38

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herzlich Willkommen im Deutschunterricht!
Heute braucht ihr:
- Buch / Laptop
- Heft
- Kugelschreiber
Donnerstag 22. September 2022
Herbst- Woche 38

Slide 1 - Diapositive

Was machen wir heute?
1) Formative Prüfung
2) Grammatik F + G  Aufgaben

- aan het eind van de les weet je het verschil tussen de der- en ein-Gruppe en wanneer je een "e" moet toevoegen.
- heb je kennisgemaakt met de bezittelijk voornaamwoorden.




Slide 2 - Diapositive

Grammatik F + G (S. 31-33)
  • Het bepaald en onbepaald artikel: "de/het" of "een"
  • Zelfstandig naamwoorden met hoofdletter
  • Mannelijk / vrouwelijk / onzijdig
der - mannelijke woorden
die - vrouwelijk en meervoud
das - onzijdige woorden ("het"-woorden)
)
der-Gruppe

Slide 3 - Diapositive

Nominativ - eerste naamval 
DER => mannelijk = de >> EIN
DAS => onzijdig = het >> EIN
DIE => vrouwelijk = de >> EINE
DIE => meervoud = geen >> KEINE
)
ein-Gruppe
kijk naar geslacht van het zelfstandig naamwoord en dan weet je ein of eine (of der / die / das)

Slide 4 - Diapositive

ein of eine
... Lehrer (leraar)
A
ein
B
eine

Slide 5 - Quiz

ein of eine
... Katze (poes)
A
ein
B
eine

Slide 6 - Quiz

ein of eine
... Haus (het huis)
A
ein
B
eine

Slide 7 - Quiz

kein of keine
Wir wollen ... Hausaufgaben.
A
kein
B
keine

Slide 8 - Quiz

Probeer het zelf:
"Het is een boek"

Slide 9 - Question ouverte

Bezittelijk voornaamwoord, S. 33
mijn
jouw
zijn
haar
zijn
onze
jullie
hun
uw
mein-e
dein-e
sein-e
ihr-e
sein-e
unser-e
euer
eure
ihr-e
Ihr-e
Welk geslacht heeft het woord waar het bezittelijk voornaamwoord op slaat? 
mannelijk/onzijdig = geen "+e" 
 vrouwelijk/meervoud = +e

Slide 10 - Diapositive

Welk bezittelijk voornaamwoord past hier:
Sie ist ... (mijn) Schwester
A
meine
B
mein
C
ihre
D
ihr

Slide 11 - Quiz

Welk bezittelijk voornaamwoord past hier:
Das sind .... (jouw) Freunde.
A
keine
B
deine
C
dein
D
kein

Slide 12 - Quiz

Welk bezittelijk voornaamwoord past hier:
Das ist .... (zijn) Buch
A
sein
B
seine
C
dein
D
deine

Slide 13 - Quiz

Welk bezittelijk voornaamwoord past hier:
Das sind ... (onze) Brüder (mv)
A
unser
B
eure
C
unsere
D
euer

Slide 14 - Quiz

neue Hausaufgaben 
Lektion 4: Übung 7, 8, 9 (S. 32)
Übung 10, 11, 12, 13, 14 (S. 34-35)

Ondertussen bekijk ik jullie huiswerk van afgelopen week!

Slide 15 - Diapositive

neue Hausaufgaben 
Lektion 4: Übung 7, 8, 9 (S. 32)
Übung 10, 11, 12, 13, 14 (S. 34-35)

Ondertussen bekijk ik jullie huiswerk van afgelopen week!
Übung 2:
1) Nichte / 2) Großmutter
3) Tochter / 4) Großeltern
5) Sohn / 6) Tochter
Übung 3:
Sie kommt aus Österreich.
 Nein, sie hat keine Geschwister. 
Sie hört gern Musik, spielt Klavier und sie singt.
Sie bleibt ein Jahr inHamburg.
Er geht in die 9B.
Sie sind zehn und zwölf Jahre alt.
Er heißt Lorenzo.
Er spielt Gitarre.
Seine Nummer ist 0178 8843833
Übung 4: 
2) Mein Nachname ist ... 
4) Danke, es geht mir gut / nicht so gut.
5) Ich bin zwölf/dreizehn/vierzehn Jahre alt.
6) Ja, ich habe eine Schwester / einen Bruder / Ich habe keine Geschwister / 7) Meine Eltern sind ... alt
8) Ich wohne in ... / 9) Ich höre gern ... 
Übung 6: 
2) Das ist meine Familie. /  3) Sie ist meine Stiefmutter 4) Meine Schwester geht aufs / auf das / ins Gymnasium 

5) In meiner Freizeit höre ich gern Musik / 6) Außerdem spiele ich gern Fußball. / 7) Das war meine Präsentation / 7) Es geht mir gut / 8) Ich komme aus den Niederlanden. / 9) Meine Eltern sind geschieden. / 10) Ich gehe auf die Realschule

Slide 16 - Diapositive

Hausaufgaben:
Am Mittwoch eine formative Prüfung über Wörter und Grammatik Lektion 1 bis 3 (zie Magister)
Stoelen op tafel!

Slide 17 - Diapositive