PM 4 Mens en Zorg
1 / 25
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In welke verzekering is geregeld dat je verzorging en verpleging krijgt als dat nodig is?
A
Woonverzekering
B
Zorgverzekering
C
Rechtbijstandverzekering
D
Inboedelverzekering
Slide 2 - Quiz
Waar hebben we het over bij de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de werknemer.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is een ander woord voor verstopping van de darmen
A
Domotica
B
Cariës
C
Obstipatie
D
Incontinentie
Slide 4 - Quiz
Artrose is een aandoening aan het kraakbeen van de gewrichten
Waar
Niet waar
Slide 5 - Sondage
Welke voedingsstoffen moet iemand eten als hij/zij problemen heeft met de ontlasting?
Slide 6 - Question ouverte
Bij astma heb je voornamelijk last van je slokdarm
Waar
Niet waar
Slide 7 - Sondage
Welke hulpmiddelen kan je gebruiken bij het voortbewegen?
Slide 8 - Question ouverte
Een zorghulp mag ook medicijnen geven aan een zorgvrager
Waar
Niet waar
Slide 9 - Sondage
Wat zijn veel voorkomende ouderdomsziekten?
Slide 10 - Question ouverte
Wat is een voorbeeld van Domotica?
A
Elektrische kookplaat
B
Steelstofzuiger zonder snoer
C
Pillendoos
D
Slimme medicijndispenser
Slide 11 - Quiz
Grove motoriek zijn de kleine bewegingen van de hand, vingers, tenen of mond.
Waar
Niet waar
Slide 12 - Sondage
Het doel van preventie is te zorgen dat mensen gezond blijven door hun gezondheid te bevorderen en te beschermen.
Waar
Niet waar
Slide 13 - Sondage
Wat zijn cariës?
A
Beschermlaag op de tanden en kiezen
B
Tandvleesontsteking
C
Gaatjes in de tanden en kiezen door tandplak
Slide 14 - Quiz
Gezichtsuitdrukkingen zijn een vorm van non-verbale communicatie
Waar
Niet waar
Slide 15 - Sondage
Wat is de ziekte?
Artrose
Parkinson
Dementie
slijtage van gewrichten
geheugenverlies en/of gedragsverandering
versneld afsterven van hersencellen
Slide 16 - Question de remorquage
Wat staat er in een zorgdossier
Slide 17 - Carte mentale
Als je in de zorg werkt, moet je er altijd netjes en verzorgd uitzien. Dit wordt ook wel representatief genoemd
Waar
Niet waar
Slide 18 - Sondage
Mevrouw Jansma heeft diabetes type 2.Wat kun je het best voor haar inschenken als ze wat wil drinken?
A
Koffie met suiker
B
Chocolademelk
C
Thee zonder suiker
D
Frisdrank
Slide 19 - Quiz
Als je een zorgvrager bij verslikking een buikstoot geeft, moet de zorgvrager rechtop staan.
Waar
Niet waar
Slide 20 - Sondage
Wat zijn de 4 basisemoties
A
Razernij, bang, vreugde, bedroefd
B
Blij, boos, depressief, bedroefd
C
Angstig, boos, bang, depressief
D
Blij, boos, bang, bedroefd
Slide 21 - Quiz
In een zorgdossier lees je dat een cliënt incontinentiemateriaal gebruikt.
Wat is incontinentiemateriaal?
Wat is incontinentiemateriaal?
A
absorberend materiaal voor het verminderen van bloedverlies
B
materiaal dat urine opneemt en ontlasting opvangt
C
materiaal dat gebruikt wordt bij het verbinden van wondjes
D
vochtopnemend materiaal dat ongewenst urineverlies voorkomt
Slide 22 - Quiz
Wat is verbale communicatie?
A
Communiceren met woorden
B
Communiceren zonder woorden
C
Slechte communicatie
D
Geen communicatie
Slide 23 - Quiz
Ben je goed voorbereid op de toets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Sondage
Met welk toets onderdeel heb je nog moeite?
