rekenen met formules

Vorige keer
Dichtheid
Vandaag: hoe beantwoord je een toetsvraag bij natuurkunde/scheikunde?

Volgende week: Toets
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Vorige keer
Dichtheid
Vandaag: hoe beantwoord je een toetsvraag bij natuurkunde/scheikunde?

Volgende week: Toets

Slide 1 - Diapositive

De dichtheid van een stof
= de massa (gram) van 1 cm3 van die stof (g/cm3)
Dichtheid is een stofeigenschap.

Slide 2 - Diapositive

Je kunt de dichtheid van een stof zelf berekenen, als je de massa weet en het volume.

dichtheid = massa : volume
Voorbeeld:
massa = 324 g
volume = 4 x 3 x 10 = 120 cm3
dichtheid = massa : volume
dichtheid = 324 : 120 = 2,7 g/cm3

Slide 3 - Diapositive

dichtheid = massa : volume
Dit noem je een formule

Slide 4 - Diapositive

Stappen

1: gevraagd?
2: gegeven
3: formule
4: berekening
5: dus....... eenheid
Uit je hoofd leren!!!!!

Slide 5 - Diapositive

Stappen

1: gevraagd?
2: gegeven
3: formule
4: berekening
5: dus....... eenheid
Voorbeeld:
De massa van een brokje is 6 gram. Met de onderdompel methode wordt het volume bepaald. Deze is 4,6 ml.
Bereken de dichtheid van dit brokje.

1:
2: 
3:
4: helemaal opschrijven!!!!!
5:

Slide 6 - Diapositive

Stappen

1: gevraagd?
2: gegeven
3: formule
4: berekening
5: dus....... eenheid
Voorbeeld:
De dichtheid van een brokje is 2,1 gram/ml. Met de onderdompel methode wordt het volume bepaald. Deze is 4,6 ml.
Bereken de massa van dit brokje.

1: m
2: 
3: dichtheid = massa : volume
4:   2,1 = massa : 4,6
5:

Slide 7 - Diapositive

Tekst
de dichtheid van zilver is
10,5 g/cm3

Slide 8 - Diapositive

2,1 = massa / 4,6

Dit kan op 2 manieren.
1: wiskunde      2: formule omschrijven

4,6 x 2,1 = 4,6 x massa / 4,6
4,6 x 2,1 = massa

Slide 9 - Diapositive

Formule omschrijven
Gebruik een hulpsom      2 x 3 = 6            6/2 = 3          6/3 = 2
dichtheid = massa/ volume
3 = 6/2
3 = dichtheid        6 = massa         2 = volume
dichtheid = massa : volume

Slide 10 - Diapositive

Massa water verdwenen?
Massa blokje?
Volume blokje?
Dichtheid blokje?

Slide 11 - Diapositive

Massa water verdwenen?   243 -213 = 30 g
Massa blokje?    294 - 213 = 51     51 + 30 (water) = 81 g
Volume blokje?   30 g water = 30 ml water

Dichtheid blokje?  

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive