4.1 De puberteit

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

4.1 De puberteit

Regels H4

• Gebruik geen grove woorden, houd het netjes.
• Je lacht elkaar niet uit.
• Als je liever geen antwoord wil geven op een vraag, is dat helemaal oké!
• Veroordeel elkaar niet, blijf respectvol.
• Luister naar elkaar.
• We maken geen grapjes over genderidentiteit, seksualiteit en grensoverschrijdend gedrag.

Begrippen voortplanting

schrijf op waar jij aan denkt bij het thema voortplanting en seksualiteit

Welke vragen heb jij rondom seksualiteit en waar wil jij aan het eind van dit hoofdstuk antwoord op hebben?

Geef een voorbeeld van een verandering in de puberteit bij een meisje

Geef een voorbeeld van een verandering in de puberteit bij een jongen

Primaire en
secundaire geslachtskenmerken

Primair = het is er al bij de geboorte. Zoals?
Secundair = het ontstaat in de puberteit. Zoals?

Puberteit

• Lichamelijke en geestelijke veranderingen
• Lichamelijke puberteit afgelopen als je 18 bent
• Hersenontwikkeling die bij de puberteit hoort blijft doorgaan tot ongeveer je 25 jaar

Primaire geslachtskenmerken:

Bij een pasgeboren baby kan je aan het geslacht zien of het een jongen 

of een meisje is.

Dit noemen we de primaire geslachtskenmerken.

Jongen:

Penis en 

balzak

Meisje:

Vagina en

schaamlippen.

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Primair: 

Vagina en schaamlippen

Secundair: 

Borsten

Rondere vormen

Brede heupen

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Primair:

Penis en balzak

Secundair:

Borst- en baardhaar

Lagere stem

Gespierder

Verschillend per persoon

Kijk maar eens naar de leeftijden 

en naar de verschillen tussen meisjes en jongens

Primaire geslachtskenmerken 

vrouw 

Basisstof 9: Meer veranderingen

Geestelijke veranderingen

Je groeit naar volwassenheid toe en wordt zelfstandiger.

Je wordt verliefd, seksualiteit gaat een rol spelen. 

Er treden ook andere veranderingen op:

Sociale veranderingen

Andere relatie met je ouders.

Andere vrienden.

Onzekerheid, je wil graag bij een groep horen.

Aan het werk

Maken: 4.1 opdrachten 1 t/m 10

Klaar? Maak online de test jezelf.