H1: 1.4 / Procenten en grote getallen - 3M

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Telefoon 

in de 

telefoontas

H1: Procenten

VK Breuken en procenten

1. Breuken, procenten en
    decimale getallen

2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote     
     getallen

5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

Lesplanning:

• Lesdoel bespreken
• Terugblik: vk t/m 1.3 
• Theorie: 1.4 
• Zs/Zf + Huiswerkcontrole
• Rekenbreak

Leerdoelen
pakken en inplakken.

H6: Verschillende verbanden

VK Machten en wortels

1. Periodieke verbanden

2. Kwadratische verbanden

3. De top van een parabool

4. Wortelverbanden

5. Machtsverbanden

 

lesdoel

Je hebt de leerdoelen van 1.4 behaald, of

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Terugblik

• Hoe bereken je 3/8 deel van 240?
• Op hoeveel decimalen ronden we procenten af?
  
• Welke breuk hoort bij 10%?
• Welk decimaal getal hoort bij 1/4?
• Welk percentage hoort bij 2/3?
• Wat betekent de afkorting btw?
• Wat is absolute toename?
• Hoe noemen we procentuele toename?
• 1 opgave als terugblik:

Terugblik

Terugblik

1.4: Procenten en grote getallen

Veel mensen hebben moeite met het uitspreken van grote getallen.

Daarom een filmpje waar dit duidelijk wordt uitgelegd. 

Tip: Maak aantekeningen waar je dat zelf nodig vindt.

1.4: Procenten en grote getallen

Tips: 

• Laat je niet afschrikken door grote getallen.
• Maak de vakjes in je tabellen ruimer.
• Schrijf de getallen helemaal uit in een tabel, dus
  456 miljoen = 456 000 000
  

Huiswerk week 46

Maken van H1:

Paragraaf 1.3 volgens jouw leerroute

Paragraaf 1.4 volgens jouw leerroute

Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.

Zf

Zf

Testopgaven: 

G -> blz. 30

H -> blz. 34

Tip: 

Achter deze les staan extra uitleg filmpjes.

Extra uitleg

Lesdoel behaald

Je hebt de leerdoelen van 1.4 behaald, of  

weet wat je nog moet doen om deze te behalen.

Rekenbreak

Maak een tweetal.

Laat met een berekening zien dat 28,0% van de besmettingen in Enschede plaats had?

Wissel de berekeningen uit met een ander tweetal. 

Bekijk de uitwerkingen van het andere tweetal. Zijn ze duidelijk? Correct? Wat zou beter/anders kunnen?

vervolg

Als de besmettingen in Enschede afnemen naar  63. 

Wat is dan de absolute afname?

Hoe kan ik de relatieve afname berekenen?