Toets 2KGT Chapter 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Chapter 4 - plurals & future

Grammar

Grammar

Plurals (Meervoudsvorm)

Hoe maak je in het Engels over het algemeen de meervoudsvorm?

Wat is de meervoudsvorm van:
peach

Wat is de meervoudsvorm van:
key

Wat is de meervoudsvorm van:
leaf

Wat is de meervoudsvorm van:
knife

Wat is de meervoudsvorm van:
strawberry

Wat is de meervoudsvorm van:
sky

Wat is de meervoudsvorm van:
toy

Wat is de meervoudsvorm van:
fireman

Wat is de meervoudsvorm van:
box

Wat is de juiste meervoudsvorm van 'child'?

1. childeren
2. children
3. child's
4. childs

Welke meervoudsvorm is
NIET juist gebruikt?

1. geese
2. mouses
3. deer
4. sheep

Welke zin is heeft de meervoudsvorm goed gebruikt?

1. The knifes were not sharp enough.
2. We saw two fish swimming in the pond.
3. The sheeps were grazing in the field.
4. The moneys were donated to charity.

Welke zin is heeft de meervoudsvorm goed gebruikt?

1. The womans went to the store.
2. The mouses ran across the floor.
3. I saw two deer in the woods.
4. The childrens played with their toys.

Schrijf een ZIN inclusief Much of Many met de meervoudsvorm van: Table

Schrijf een ZIN inclusief Much of Many met de meervoudsvorm van: Money

Grammar

Future

Wanneer gebruik je de Present Simple Future?

Bij voorspellingen in de toekomst gebruik je 'WILL' of 'TO BE GOING TO'. Leg het verschil uit.

Which sentence is NOT in the future tense?

1. The bus leaves at 12 o'clock
2. I will call you tomorrow
3. She is studying for her exam at the moment
4. We are leaving for vacation next month

Fill in: The lesson .... (to start) at 8:15.

Fill in: We ....... (to go) to France this summer.

Fill in: I .... (to help) you with your homework.

Fill in: I think there .....
(to be) snow this winter.

Fill in: Look! It ..... (to rain).

Fill in:
The stores ...... (to open) at 13:00 on Saturdays.