3.7 Economische integratie en infrastructuur

3.7 Economische integratie en infrastructuur  

H3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

3.7 Economische integratie en infrastructuur  

H3 Zuid-Amerika
Domein Gebieden
4V

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
-Je kent de adviezen van de Wereldbank aan de UNASUR om als continent meer concurrerend te worden.
-Je begrijpt het verband tussen de economische ontwikkeling van Zuid-Amerika en de integratie van de infrastructuur.
-Je begrijpt het verzet van de inheemse bevolking en natuurbeschermers tegen de nieuwe ‘ontwikkelingsassen’.

Slide 2 - Diapositive

Lees paragraaf 3.7
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Economische integratie
Wereldbank adviseert investeer in:
  • Infrastructuur, want te hoge transportkosten
  • Bestuur, want corruptie remt economie
  • Onderwijs, want gebrekkig/ niet efficiënt
  • Exportvaloratisatie, want exportpakket te eenzijdig. 

Slide 4 - Diapositive

Wat betekent importsubstitutie?

Slide 5 - Question ouverte

Verschil tussen importsubstitutie & exportvalorisatie
Importsubstitutie is wanneer producten die anders geïmporteerd worden, zelf worden gemaakt

Exportvalorisatie is wanneer grondstoffen die anders ruw zouden worden geëxporteerd, eerst worden bewerkt (hogere waarde)

Slide 6 - Diapositive

Integratie infrastructuur
Voordelen?
  • Lagere transportkosten
  • intregratie economieën

Nadelen?
  • Bedreiging inheemse volken/economieën
  • Ontbossing
  • Landgrabbing

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Op welke wijze zorgt de aanleg van infrastructuur vaak voor ontbossing?

Slide 9 - Question ouverte

Rol in Zuid-Amerika

Slide 10 - Diapositive

IIRSA-programma

Het Initiatief voor Infrastructurele Integratie van Zuid-Amerika
Wanneer?
Gestart in 2000

Doel?
Infrastructuur verschillende landen aan elkaar koppelen.

Hoe?
Aanleg transnationale ontwikkelingsassen






Slide 11 - Diapositive

Ontwikkelingsassen IIRSA-programma


 
HSL-trein
Transamazonica-weg
Hidrovia-project
Scheepvaart over Paraná verbeteren

Slide 12 - Diapositive

IIRSA-programma

Wat nog meer?
Aanleg stuwdammen






Slide 13 - Diapositive

IIRSA-programma
China is een belangrijke investeerder in de infrastructuur van Zuid-Amerika.






Slide 14 - Diapositive

De interoceanische snelweg

Slide 15 - Diapositive

Vroeger stonden de landen in Zuid-Amerika vaak met de rug naar elkaar toe. Wat wordt hier bedoeld?

Slide 16 - Question ouverte

Waardoor kijken de landen elkaar nu meer aan en wat betekent dat?

Slide 17 - Question ouverte

3

Slide 18 - Vidéo

00:29
Waarom zou China zoveel investeren in Zuid-Amerika?

Slide 19 - Question ouverte

00:49
Wat wordt bedoeld met de opening van China?

Slide 20 - Question ouverte

02:02
Geef aan wat de wederzijdse voordelen zijn voor China en Zuid-Amerika

Slide 21 - Question ouverte

Gevolgen van het IIRSA-programma

Voordelen
- Lagere transportkosten
- Integratie van de Zuid-Amerikaanse economiën
- Betere toegang tot de voorzieningen voor de bevolking

Nadelen?



Slide 22 - Diapositive

Nadeel betere
ontsluiting?

Slide 23 - Carte mentale

Gevolgen van het IIRSA-programma

Nadelen
- Bedreiging inheemse economieën/culturen zoals de Indianen
- Ontbossing ==> afname biodiversiteit)
- Landgrabbing
- Toename regionale ongelijkheid ==> gebieden aan de assen ten opzichte van gebieden buiten de assen




Slide 24 - Diapositive

Aan de slag
Maak de verkorte leerroute van paragraaf 3.7
Opdracht 1 - 3 - 6

Als je klaar bent ga verder met de hoofdvraag op blz 65
timer
20:00

Slide 25 - Diapositive

Vraag 1a
Neem de letters A tot en met E over en schrijf er een aanwijzing uit de tekst achter de maatregel of deze ook echt nodig is.
A beter bestuur
B exportvalorisatie
C beter onderwijs
D integratie van de Zuid-Amerikaanse infrastructuur
E oprichting UNASUR
A Er is veel corruptie.
B Meer dan 50 procent van de export betreft ruwe (onbewerkte) grondstoffen.
C Een Zuid-Amerikaanse student heeft gemiddeld 1 dag per week minder les dan elders.
D Vervoer is buiten Zuid-Amerika veel goedkoper.
E Globalisering en schaalvergroting dwingt landen over de nationale grenzen heen te kijken

Slide 26 - Diapositive

Vraag 1b
Welke bron past het best bij de doelstellingen van het IIRSA-programma?

Licht je keuze kort toe.
Bron 34 want het IIRSA-programma wil de infrastructuur van landen aan elkaar koppelen door de aanleg van internationale ontwikkelingsassen.
34

Slide 27 - Diapositive

Vraag 3a
Bekijk bron 33 + kaart Santarem

Hoe gaat de soja die in bron 33 verbouwd wordt, op dit moment hoogstwaarschijnlijk naar China?

Beschrijf de logistiek.

Met de vrachtwagen naar Santarém, overslag op een binnenschip. Van hieruit over de Amazone naar de kust. Overslag in een zeeschip en dan via het Panamakanaal naar een Chines e zeehaven.

Slide 28 - Diapositive

Vraag 3b
Beschrijf hoe de landbouwproducten die in de buurt van Campo Grande verbouwd worden, op basis van bron 34 in de toekomst hun weg naar China zullen vinden?
Met een vrachtwagen naar de trein in Campo Grande en dan per spoor linea recta naar Ilo, een zeehaven in Zuid-Peru. Vanuit die zeehaven met een zeeschip naar een zeehaven in China.
34

Slide 29 - Diapositive

Vraag 3c
De Chinezen hebben het voortouw genomen bij de aaleg van een spoorlijn van Santo in Brazilie naar Ilo in Peru.

Doen de Chinezen dit omdat ze de exportvalorisatie van Peru, Bolivia en Brazilie graag willen stimuleren?
Leg je antwoord uit. 
Nee, de Chinezen willen juist de aanvoer van grondstoffen naar hun eigen industrie veiligstellen
c.q. vergemakkelijken. Als de drie Zuid-Amerikaanse landen aan exportvalorisatie doen, zullen ze zelf de grondstoffen gaan bewerken, waardoor de Chinese industrie marktaandeel verliest.

Slide 30 - Diapositive

Vraag 6a
Bekijk bron 35 en figuur 16

Van welke al bestaande Zuid-Amerikaanse samenwerkingsverbanden is de UNASUR de optelsom?
De MERCOSUR, de CAN en de ALBA-TCP.
35

Slide 31 - Diapositive

Vraag 6b
Waarom is het plan van figuur 16 een logisch gevolg van UNASUR?
Je kunt alleen op het schaalniveau van een continent de infrastructuur integreren als je dit ook
politiek supranationaal (op een hoger niveau dan van één staat) aanstuurt.

Slide 32 - Diapositive

Vraag 6C
Waarom worden de verbindingen in figuur 16 ook wel 'ontwikkelingsassen' genoemd?
Door de betere bereikbaarheid kunnen de gebieden die doorsneden worden deel gaan nemen aan
de internationale markten en economisch gaan groeien.

Slide 33 - Diapositive

Hoofdvraag 3.7

Slide 34 - Diapositive

A.

noteer onder elkaar infrastructuur, bestuur en onderwijs. Schrijf achter elk terrein hoe verbetering op dat terrein een bijdrage kan leveren aan het vergroten van de slagkracht van de Zuid-Amerikaanse economie.
Gebruik in ieder geval de begrippen exportvalorisatie en UNASUR
Infrastructuur: door het verbeteren van de infrastructuur nemen de transportkosten af waardoor Zuid-Amerika concurrerender wordt op de wereldmarkt. De UNASUR moet de integratie van de nationale infrastructuren politiek op de agenda zetten en de uitvoering aanzwengelen.
Bestuur: door corruptie en gebrek aan transparantie wordt slecht bestuur niet aangepakt en functioneert de overheid niet naar behoren. Slecht bestuur belemmert een goede economische ontwikkeling.
Onderwijs: door slecht onderwijs hebben bedrijven problemen met het werven van geschoold
personeel. Exportvalorisatie wordt dan erg moeilijk.

Slide 35 - Diapositive

B.
Zet de letters in de juiste volgorde zodat er een logisch verhaal over het verschijnsel landgrabbing ontstaat in Zuid-Amerika. Begin met de letter C

A. gewassen die gebruikt kunnen worden als voedsel, voer en energie.
B. In Zuid-Amerika heeft de landroof bijna nooit invloed gehad op de voedselzekerheid in het gastland
C. Landgrabbing draait niet alleen om het streven naar een grotere voedselproductie en vleesproductie
D Dit komt omdat de meeste deals werden gesloten met andere partijen dan de kleine boeren
E. Hierbij moet je denken aan grootgrondbezit en marginale gronden in dunbevolkte gebieden
F. Zoals bomen voor industriële toepassing
G. en steeds meer om de zogenaamde 'flex crops' Dit zijn
H maar ook om non-foodproducten
C,H,F,G,A,B,D,E

Slide 36 - Diapositive

C.

Landgrabbing wordt ook wel landroof genoemd.

Is er in Zuid-Amerika op basis van vraag A meer of minder sprake van landroof dan op andere continenten?
Licht je antwoord toe
Minder. 
Er worden in Zuid-Amerika niet of nauwelijks kleine boeren van hun grond verjaagd.

Slide 37 - Diapositive

D.
Bekijk figuur 19. Hier zie je de ontginning en ontbossing van een stuk tropisch regenwoud in Brazilie verloopt.

Leg in drie opeenvolgende stappen uit hoe dit patroon tot stand komt.
1 De ontsluiting c.q. de ontbossing van het afgebeelde gebied, geschiedt vanuit de rivier.
2 Op een gegeven moment worden wegen vanaf de rivier het bos in aangelegd.
3 Dwars op deze nieuwe verkeersader lopen nieuwe wegen / paden het bos in met de erbij behorende houtkap.

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien