B3A- Theme 2 Lesson 9

English

23rd of November

Planning & aims

Planning

1. Work individually

2. Q & A

3. Writing assignment

Aims (wb p. 7/27)

1. Ik weet hoe ik een werkwoord in de verleden tijd kan zetten (vertellen over het verleden)

2. Ik weet hoe ik much en many moet gebruiken

3. Ik kan objecten/situaties beschrijven

Work individually

1. Ga naar Magister -> de les van vandaag.

2. Open het Wordbestand, volg de stappen en maak het werkblad.

Done?

Quizlet - Woordjes Theme 1 en 2

Volg de stappen van het Word bestand.
Vragen? Stel ze hier!

Klaar met het werkblad? Quizlet (woordjes Theme 1 + 2)

Check the worksheet

What's appening?

1. Gebruik Stone 1 (p. 10)

Persoon A: Nodig de ander uit voor een activiteit in het weekend

Persoon B: Geef antwoord op de uitnodiging

Persoon A: Reageer op het antwoord, wat vind je ervan?

Persoon B: Nodig de ander uit voor een activiteit in het weekend

Persoon A: Geef antwoord op de uitnodiging

Persoon B: Reageer op het antwoord, wat vind je ervan?

Writing assignment

Kies één van de drie opdrachten:

1. Schrijf een planning van je vakantie.

- Waar ga je heen?

- Wat ga je op je vakantie doen?

- Waar moet je voor oppassen

Schrijf minstens 50 woorden in het Engels

Gebruik am/is/are + going to (Grammar 3 (p. 15) en Stone 4( p. 26)

2. Nodig je klasgenoot uit voor een feestje 

- Hoe laat begint het feestje 

- Wat ga je tijdens het feest doen? 

 Schrijf minstens 50 woorden in het Engels. 

Gebruik Stone 3 (p. 14)

3.  Vrije schrijfopdracht

- Kies zelf je onderwerp, maar:

      * Gebruik minstens 5 woorden van Theme 1            (p. 17/18)

      * Gebruik minstens 5 woorden van Theme 2            (p. 29/30)

Schrijf minstens 50 woorden in het Engels.

Dit heb ik geleerd...

Dit vind ik nog lastig...

Aims

1. Ik weet hoe ik een werkwoord in de verleden tijd kan zetten
2. Ik weet wanneer ik much en many moet gebruiken
3. Ik kan objecten/situaties beschrijven

1. Ik heb 1 doel gehaald
2. Ik heb 2 doelen gehaald
3. Ik heb alle doelenn gehaald
4. Ik heb geen doelen gehaald

Ik ben klaar voor de toets!

1. Yep
2. Nope
3. Half