1G Waarneming en gedrag BS6

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Thema 5 waarneming en gedrag
Herhaling basisstof 5 en 7
Uitleg basisstof 6: onderzoeksvraag en hypothese

Slide 2 - Diapositive

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet.
Gedrag bestaat uit reacties op prikkels.


Handelingen: de dingen doe je doet. 
Bijvoorbeeld: lopen, zitten, opstaan, naar iets kijken.

Gedrag bestaat uit handelingen. 

Slide 3 - Diapositive

Reageren
Bewuste reactie -> je denkt er over na, je hersenen sturen impulsen naar je spieren 

Een reactie op een prikkel heet een respons.

Slide 4 - Diapositive

Aangeboren en aangeleerd
Aangeboren gedrag: niet eerst geleerd.
Aangeleerd gedrag: geleerd tijdens je leven.

Slide 5 - Diapositive

Gedrag van mensen
Gedrag van mensen is anders dan dat van dieren, omdat wij nadenken over ons gedrag en gedrag van anderen beoordelen.

Waarden: dingen die mensen belangrijk vinden in het leven.
Normen: gedragsregels zoals: je mag niet stelen.

Slide 6 - Diapositive

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar. 

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.
Er is een verschil tussen waarneming en uitleg van het signaal.

Slide 7 - Diapositive

Opdrachten bespreken
Basisstof 5.5: opdracht 7
Basisstof 5.7: opdracht 2

Slide 8 - Diapositive

Leerdoel
Je kunt een onderzoeksvraag kiezen
Je kunt een hypothese kiezen

Slide 9 - Diapositive

Onderzoeksvraag.
Wat wil ik onderzoeken.

Slide 10 - Diapositive

Wat is een hypothese?
A
De onderzoeksvraag
B
Een mogelijk antwoord op de onderzoeksvraag
C
Het resultaat van een onderzoek
D
Het werkplan van een onderzoek

Slide 11 - Quiz

 Hypothese

Hypothese: Wat verwacht je dat het antwoord gaat zijn op je onderzoeksvraag?

(leg uit waarom je dat denkt)

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld

Onderzoeksvraag: Schrijf een hele precieze vraag
  • Denk aan details Wie, Wat, Waar, Waarom, Hoe. 
  • Bijvoorbeeld: ''Letten de leerlingen op in de biologieles omdat ze het interessant vinden of omdat ze een goed cijfer willen halen?''

Hypothese: Een voorlopig antwoord op de onderzoeksvraag. 

  • Bijvoorbeeld: ''De leerlingen letten vooral op om een goed cijfer halen.''

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag!
Maak van 5.6: opdracht 1 en 2
Gebruik je boek vanaf bladzijde 101 of de tekst naast de opdracht.

Rood bolletje of niet serieus gemaakt = opnieuw doen.


Klaar? Test jezelf basisstof 6 maken.

Slide 14 - Diapositive