Het ontstaan van sprookjes

Het ontstaan van sprookjes
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het ontstaan van sprookjes

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De muis, de vogel en het worstje

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan bij het woord sprookjes?
Sprookjes

Slide 3 - Carte mentale

waar denk je aan bij sprookjes?
Welke sprookje was jouw favoriet als kind? waarom?

vandaag ontstaan en doelgroep
volgende week kenmerken en buitenlandse sprookjes 
Hoeveel sprookjes ken jij?
Schrijf in 1 minuut zoveel mogelijk sprookjes op. Wie kent de meeste sprookjes?
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Test je sprookjes kennisquiz!

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke zin begint een sprookje vaak?
A
Er was eens...
B
Honderd jaar geleden...
C
In het begin...

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zou de wolf graag opeten?
A
Hans en Grietje
B
De 3 biggetjes
C
Het lelijke eendje

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie werd er opgesloten in het peperkoekenhuisje?
A
Roodkapje
B
Sneeuwwitje
C
Hans en Grietje

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De wolf kon één geitje niet vinden. Waar zat dat geitje?
A
In de klok
B
Onder de tafel
C
Onder het bed

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten de laarzen van de reus van klein duimpje?
A
Zevenkilometerslaarzen
B
Zevenmijlslaarzen
C
Reuzenlaarzen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kreeg Sneeuwwitje van de heks?
A
Een lekkere appel
B
Een vergiftigde appel
C
Een halve appel

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het mannetje dat goud kan spinnen?
A
Goudhaantje
B
Goudhaartje
C
Repelsteeltje
D
Windekind

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een meisje dat haar gouden bal verliest.
A
Hans en Grietje
B
De kikkerkoning
C
Het gouden meisje

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de kenmerken van sprookjes (meerdere antwoorden)?
A
Beginnen met: Er was eens...
B
Magie en een wonderlijke wereld
C
Hoofdpersoon beleeft een avontuur
D
Het loopt bijna altijd goed af (Ze leefden nog lang en gelukkig)

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zijn sprookjes ontstaan? (meerdere antwoorden)
A
Het zijn hele oude volksverhalen
B
Verhalen die al heel vroeger opgeschreven werden in boeken
C
Verhalen die werden doorverteld bij het (haard-)vuur
D
Ze komen uit geschiedenisboeken

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoofdpersoon strijdt vaak tegen enge monsters zoals weerwolven en heksen. In de Middeleeuwen geloofden ze in het bestaan van deze monsters. Hoe komt dat?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sprookjes waren vroeger veel gruwelijker, omdat...?
A
Kinderen vroeger veel minder bang waren
B
Ze bedoeld waren voor volwassenen
C
Mensen vroeger veel gemener waren
D
Ze wilden waarschuwen voor slecht gedrag

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kenmerken sprookjes
- sprookjes lopen altijd goed af, het kwade overwint van het goede 
- sprookjes spelen vaak in een niet-bestaande omgeving 
- er gebeuren vaak magisch dingen (tovenarij) 
- er komen veel verschillende emoties in voor: haat, liefde, medelijden, jaloezie, angst, verdriet 
- het zijn volksverhalen: een verhaal wat in eerste instantie mondeling werd verteld binnen bepaalde groepen. Daarom kun je bij sprookjes vaak ook dingen leren over andere culturen 
- Er zit vaak een levensles in sprookjes (b.v. het is niet goed om bitter, jaloers te zijn) 
- Sprookjes beginnen vaak met “er was eens……” 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga naar de website:
https://ririro.com/nl/categorie/gebroeders-grimm/
Kies een sprookje uit van de gebroeders Grimm dat je niet kent, van minimaal 5 minuten
en beantwoord de vragen
OPDRACHT:
Vragen (inleveren in teams): 
1. Over wie gaat het sprookje?
2. Waar speelt het sprookje zich af?
3. Wat gebeurt er in het sprookje?
4. Wat is de wijze les uit het sprookje?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions