Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Kapitel 1 - Grammatik - De verleden tijd
Grammatik A - De werkwoorden sein, haben & werden in de verleden tijd
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatik A - De werkwoorden sein, haben & werden in de verleden tijd
Slide 1 - Diapositive
De werkwoorden haben, sein & werden
in de verleden tijd
sein = zijn
haben = hebben
werden = worden, zullen
ich war
ich hatte
ich wurde
du warst
du hattest
du wurdest
er / sie / es war
er / sie / es hatte
er / sie / es wurde
wir waren
wir hatten
wir wurden
ihr wart
ihr hattet
ihr wurdet
sie / Sie waren
sie / Sie hatten
sie / Sie wurden
Ich bin gewesen.
Ich habe gehabt.
Ich bin geworden.
Het voltooid deelwoord
Slide 2 - Diapositive
Das Verb sein im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren
Slide 3 - Question de remorquage
Das Verb haben im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten
Slide 4 - Question de remorquage
Das Verb werden im Präteritum
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
wurde
wurdest
wurde
wurden
wurdet
wurden
Slide 5 - Question de remorquage
Grammatik B - Het zwakke werkwoord in de verleden tijd (das Präteritum)
Slide 6 - Diapositive
De verleden tijd
Ook bij
atmen, begegnen, regnen, zeichnen
en
rechnen
komt een extra -e.
Slide 7 - Diapositive
Vul de verleden tijd in:
er (reden)
Slide 8 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in:
der Arzt (drücken)
Slide 9 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in:
Herr Schmidt (machen)
Slide 10 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in:
Opa und Oma (lachen)
Slide 11 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in.
Die Frau (lachen) … über jeden Witz.
Slide 12 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in.
Meine Brüder (hoffen) … den Hauptpreis zu gewinnen.
Slide 13 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in.
Wir (leben) … in einer guten Zeit.
Slide 14 - Question ouverte
Vul de verleden tijd in.
Seine Freundin (warten) … am Bahnhof.
Slide 15 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
29-09 3V Test Kapitel 1 Lernlisten + Grammatik - De verleden tijd
Septembre 2023
- Leçon avec
29 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Duitse werkwoorden (sein, haben, werden, Modalverben, zwak, verleden tijd)
Juin 2022
- Leçon avec
39 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3 Woche 39
Septembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Kapitel 1 - Lektion 2 und 3
Août 2020
- Leçon avec
16 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
zwakke werkwoorden verleden tijd
Novembre 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 Woche 39
Septembre 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 - Woche 10 - Stunde 1
Mars 2021
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
Haben, sein, werden in de verleden tijd
Octobre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3