Future, theme words U1, some any, reading

3 h/v week 45
startopdracht 
future
aan de slag grammar and reading
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

3 h/v week 45
startopdracht 
future
aan de slag grammar and reading

Slide 1 - Diapositive

Start opdracht 
Vertaal in de volgende slides de woorden van de theme words 

Slide 2 - Diapositive

judgmental
A
veroordelend
B
beoordelend
C
controlerend
D
afwijzend

Slide 3 - Quiz

to blend in
A
blenderen
B
erbij horen
C
smaak geven
D
tijd doorbrengen

Slide 4 - Quiz

sensible
A
gevoelig
B
afstandelijk
C
oppervlakkig
D
verstandig

Slide 5 - Quiz

on the contrary
A
tegelijkertijd
B
integendeel
C
afhankelijk
D
het zelfde

Slide 6 - Quiz

beleefd

Slide 7 - Question ouverte

raad eens

Slide 8 - Question ouverte

oppervlakkig

Slide 9 - Question ouverte

oprecht

Slide 10 - Question ouverte

twijfelen

Slide 11 - Question ouverte

anyone
everyone
something
nothing
somewhere
everywhere
We can go.......we want. 
 Does ......live in that house?
There is.........I have to go.
Would you like......to eat?
I am bored. there is .....to do

Slide 12 - Question de remorquage

Future
Toekomst

Slide 13 - Diapositive

Future
1) Will
2) To be going to
3) Present continuous
4 )Present simple

Slide 14 - Diapositive

1. Will/shall
1. Om iets aan te bieden, belofte, aankondiging, besluit.
2. GEEN bewijs.

Will + hele ww 
                I will do my chores tomorrow, I promise.
Vraagzin I of we? Shall + hele ww
                Shall we be on time?

Slide 15 - Diapositive

2. To be going to
1. Om aan te geven dat je iets van plan bent in de toekomst.
2. Je verwacht dat iets zal gaan gebeuren.

Am/is/are going to + hele ww

I am going to play soccer tomorrow.
Look at the clouds. I think it is going to rain.

Slide 16 - Diapositive

3. Present continuous
1. Afspraken gemaakt voor in de toekomst.

Am/is/are + ww + ing

Tomorrow the band is playing in The Arena.
They're getting married next week.

Slide 17 - Diapositive

4. Present simple
1. Bij roosters en schema's. Openings- en sluitingstijden, aankomst- en vertrektijden, begin- en eindtijden. 

Hele ww / SHIT rule (+s)

The shops close early today.
Our train leaves at 4.13 pm.

Slide 18 - Diapositive

Geef antwoord op de vragen in de volgende slides.

Slide 19 - Diapositive

The train to Newcastle .... at 5.12 pm.
A
will depart
B
is going to depart
C
is departing
D
departs

Slide 20 - Quiz

We ... to Sharon's party next Saturday.
A
will go
B
are going to go
C
are going
D
go

Slide 21 - Quiz

Look at the sky! I think it ...
A
will snow
B
is going to snow
C
is snowing
D
snows

Slide 22 - Quiz

Hurry up! The conference ... in 20 minutes.
A
will begin
B
is going to begin
C
is beginning
D
begins

Slide 23 - Quiz

I promise I ... the dishes after this episode of Friends.
A
will do
B
am going to do
C
am doing
D
do

Slide 24 - Quiz

Grammar
Je gaat nu naar een website om de toekomst te oefenen. 
oefen opdracht 1, 2, 7

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Reading
Op de volgende 2 slides vind je een link naar een leesopdracht .
Ga naar de opdrachten door op de roze blokjes te klikken

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Done?
Practice Build up 6-12 (Quizlet miss Korten) 
or
Study Stepping Stones 

Slide 30 - Diapositive