Leer meeleeftheater met typetjes en mimiek!

• Sport en recreatie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Typetjes en personages

Bij meeleeftheater worden vaak verschillende typetjes en personages gebruikt. Denk aan de clown, de verliefde dame, de boze buurman, enzovoort.

Vertel over de verschillende typetjes en personages die gebruikt kunnen worden in meeleeftheater.

Meeleeftheater 

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat meeleeftheater is en hoe je het zelf kunt uitvoeren. Je kent de verschillende typetjes en weet wat mimiek is.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet jij al over meeleeftheater en typetjes?

Wat is meeleeftheater?

Meeleeftheater is een vorm van theater waarbij het publiek actief deelneemt aan het verhaal. De acteurs spelen in op de reacties van het publiek.

Leg uit wat meeleeftheater is en geef voorbeelden.

Hoe bedenk je een typetje?

Een typetje bedenk je door een bepaalde eigenschap of tic te overdrijven. Bijvoorbeeld: een verlegen persoon die altijd met zijn handen friemelt.

Leg uit hoe je een typetje kunt bedenken en geef de leerlingen de opdracht om zelf een typetje te bedenken.

Mascotte

Een mascotte is een personage dat symbool staat voor een bepaalde club, organisatie of evenement. Bij meeleeftheater kan een mascotte ook worden gebruikt om het publiek te betrekken.

Vertel wat een mascotte is en laat de leerlingen zelf een mascotte bedenken voor hun meeleeftheatergroep.

Mimiek

Mimiek is de manier waarop iemand zijn gezichtsuitdrukkingen gebruikt om emoties te uiten. Bij meeleeftheater is mimiek heel belangrijk om het publiek te betrekken.

Leg uit wat mimiek is en geef voorbeelden van hoe je mimiek kunt gebruiken in meeleeftheater.

Oefenen

Nu is het tijd om zelf te oefenen! Verdeel de leerlingen in groepjes en laat ze een kort meeleeftheaterstukje bedenken en uitvoeren.

Laat de leerlingen in groepjes van 3-4 werken en geef ze voldoende tijd om te oefenen en voor te bereiden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Presentatie

Laat elk groepje hun meeleeftheaterstukje presenteren aan de rest van de klas. Het publiek mag actief meedoen en de acteurs kunnen inspelen op hun reacties.

Laat elk groepje hun stukje presenteren en geef de rest van de klas de opdracht om actief mee te doen en te reageren.