23-11-21 1HA2 BS 5 Celkern

Welkom!
Geen practicum vandaag! 
Ga lekker zitten op je plek
Mobiel graag in de tas
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Geen practicum vandaag! 
Ga lekker zitten op je plek
Mobiel graag in de tas

Slide 1 - Diapositive

Aanwezigheid controleren

Slide 2 - Diapositive

De planning:
- Bijpraten practicum
- Leerdoelen
- Uitleg basisstof 5 Celkern
- Aan de slag
- Leerdoelen controleren
- Afronden

Slide 3 - Diapositive

Geen practicum vandaag
Maar morgen wel.

Morgen gaan we met de microscoop bezig.

Vandaag gaan we bezig met basisstof 5

Slide 4 - Diapositive

Basisstof 5 - Celkern
Havo: Bladzijde 116 t/m 121

Vwo: Bladzijde 123 t/m 128


Slide 5 - Diapositive

De leerdoelen:
- Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de functie is van chromosomen
- Je weet hoeveel chromosomen er in een lichaamscel zitten

- Je kan uitleggen wat de basenparen zijn

Slide 6 - Diapositive

Cellen
We hebben geleerd dat ELKE dierlijke cel 3 onderdelen heeft:
- Een celmembraan
- Cytoplasma
- Een celkern

Slide 7 - Diapositive

Hoe weet een cel nou wat die moet doen?
Die informatie staat in je celkern.
Dit betekend dus dat elke cel een celkern heeft!

De informatie die bepaald wat de cel gaat doen, en al je andere eigenschappen, staat in je chromosomen.

Slide 8 - Diapositive

Chromosomen
Chromosomen zijn kleine lange dunne draden.
Ze zitten opgepropt in de celkern. 

Er zitten 46 van die draden in een celkern van een mens.
Andere organismen hebben een ander aantal chromosomen.
Hebben planten ook chromosomen? 

Slide 9 - Diapositive

De 46 chromosomen van een mens

Slide 10 - Diapositive

DNA
Maar waar zit het DNA dan?

Chromosomen zijn gemaakt van DNA.
DNA staat voor: 
DeoxyriboNucleic Acid

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

DNA
DNA bevat de informatie die je lichaam nodig heeft.
Veel eigenschappen van jou staan in je DNA.
Dit noem je de erfelijke eigenschappen, omdat je het DNA van je ouders krijgt. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

DNA
DNA slaat de informatie op in een bepaalde code. Het ziet eruit als een lange wenteltrap.
De treden van de trap zijn de basen.
Er zijn 4 basen.
A-T en C-G
Elke combinatie van die letters, is een andere eigenschap. 

Slide 15 - Diapositive

A-T en C-G
Er zijn dus altijd 2 paren die aan elkaar vast zitten.
Deze basenparen vormen de code voor de eigenschappen in je lichaam. 
De basen kunnen alleen met hun paar samen worden gevoegd.
A kan alleen met T
C kan alleen met G

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Genen
De basenparen die samen zorgen voor een eigenschap, noem je een gen.

Je hebt bijvoorbeeld een gen in je DNA wat voor de kleur van ja ogen.
Dit is waarschijnlijk een hele lange code van basen. 

Slide 18 - Diapositive

Zo, einde uitleg
Zijn er nog vragen?

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag!
HAVO: Lees de tekst. Maak vraag 1, 2, 3, 7 en 8 op blz. 116 t/m 120
VWO: Lees de tekst. Maak vraag 1, 2, 3, 4, 6 en 7 op blz. 123 t/m 127
Tijd: 20 minuten
Klaar? Maak de oranje vraag.
Vraag? Lees de tekst, of overleg met je buurpersoon

Slide 20 - Diapositive

De leerdoelen:
- Je kan in je eigen woorden uitleggen wat de functie is van chromosomen
- Je weet hoeveel chromosomen er in een lichaamscel zitten

- Je kan uitleggen wat de basenparen zijn

Slide 21 - Diapositive

Volgende les

Practicum met microscoop!
Huiswerk:

HAVO: Lees de tekst. Maak vraag 1, 2, 3, 7 en 8 op blz. 116 t/m 120
VWO: Lees de tekst. Maak vraag 1, 2, 3, 4, 6 en 7 op blz. 123 t/m 127
Voor volgende week!

Slide 22 - Diapositive

Tot morgen!

Slide 23 - Diapositive