boek vs film

boek vs film
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

boek vs film

Slide 1 - Diapositive

boek vs film
-Blijft de film trouw aan het verhaal?
-Verschil verfilming: in de film kun je zien en horen wat in een boek met woorden wordt beschreven.
-Geluiden en muziek spelen in de film een belangrijke rol. 
-De opstelling en instelling van een camera kunnen het beeld  steeds laten wisselen: recht van voren, van opzij enzovoort.

Slide 2 - Diapositive

Een .... heeft de leiding over de film.
A
acteur
B
regisseur
C
figurant
D
opnameleider

Slide 3 - Quiz

De plaats waar gefilmd wordt noem je....
A
locatie
B
decor
C
coulissen
D
podium

Slide 4 - Quiz

Losse filmopnamen aan elkaar zetten, noem je ..........
A
arrangeren
B
speculeren
C
genereren
D
monteren

Slide 5 - Quiz

Een filmopname van zeer dichtbij is een .......... .
A
close-up
B
wide shot
C
kikkerperspectief
D
medium shot

Slide 6 - Quiz

Een ………. speelt een onbelangrijke rol.
A
acteur
B
setdresser
C
figurant
D
regisseur

Slide 7 - Quiz

scenario
scenario
A
Beschrijft alles wat er te 'zien' en te 'horen' is in de film.
B
script
C
storyboard trailer
D
flash-back

Slide 8 - Quiz

script
A
scenario
B
De gesprekken uitgeschreven

Slide 9 - Quiz

flashback
A
De beleving van een herinnering
B
Een dialoog

Slide 10 - Quiz

storyboard
A
flashback
B
een verzameling uitgetekende shots van scènes uit een filmscript
C
dialoog
D
scenario

Slide 11 - Quiz

Verschillende personages in een film
  • Hoofdpersoon: belangrijkste persoon in een verhaal. Soms heeft een verhaal meer hoofdpersonen.  Je weet vrij veel van de hoofdpersoon, je leert hem of haar kennen in een verhaal. 
  • Bijfiguren/figuranten: deze personen zijn minder belangrijk in het verhaal. Je weet niet zo veel over ze. 

Slide 12 - Diapositive

Hoofdpersoon en bijfiguren
  • Een hoofdpersoon heeft vaak een probleem of een opdracht in een verhaal. 
  • Hij moet dan proberen het probleem op te lossen of de opdracht te voltooien. 
  • Bijfiguren/figuranten kunnen bijvoorbeeld een helper zijn, iemand die hoofdpersoon bijstaat bij het oplossen van het probleem, maar kunnen ook een tegenstander zijn.

Slide 13 - Diapositive

Tijd
Een film of verhaal speelt zich af in een bepaalde tijd. 
Je kunt de tijd op verschillende manieren herkennen:
  • Jaartal, historische gebeurtenis.
  • Voorwerpen, voertuigen, kleding. 

Slide 14 - Diapositive

Chronologie
  • Chronologische volgorde: de gebeurtenissen in de film worden verteld in de volgorde waarin ze gebeurd zijn. 
  • Niet-chronologische volgorde:  de gebeurtenissen in de film worden in een andere volgorde verteld dan waarin ze gebeurd zijn. Bijvoorbeeld met flashbacks (terug in de tijd).

Slide 15 - Diapositive

Genre
Films kun je verdelen in verschillende soorten. 
Bijvoorbeeld:
  • Detective;
  • Thriller;
  • Sciencefiction; 
  • Romantiek;
  • Komedie.

Slide 16 - Diapositive

Je gaat de film Vals kijken

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo