Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom bij Nederlands
Lezen (20 minuten)
Nakijken huiswerk
Uitleg bronvermelding en tekststructuren
Werken aan weektaak
Slide 1 - Diapositive
Lezen
Wat? Lezen in een boek
Hoe? In stilte
Tijd? 20 minuten
timer
20:00
Slide 2 - Diapositive
Bronvermelding in de tekst
Slide 3 - Diapositive
Bronvermelding: in de tekst
Aan het einde van iedere bewering of zin/alinea waarin je informatie hebt gebruikt dat van anderen is, hoort de bron (waar je de informatie vandaan hebt) vermeld te worden.
In de tekst doe je dat door: (Naam, jaartal);
Voorbeeld: Nederland heeft een ongelijke inkomensverdeling (Volkskrant, 2012).
Let op: Gaat het om een boek/bron met heel veel pagina's, voeg dan ook het juiste paginanummer toe!)
Slide 4 - Diapositive
Bronvermelding: aan het einde van je verslag
Aan het einde van je verslag maak je een lijst van alle bronnen die je tijdens je onderzoek gebruikt hebt (literatuurlijst:
de auteur;
publicatiedatum;
titel;
uitgever.
Afhankelijk van het type bron geef je extra informatie om de lezer te helpen de bron te vinden.
Slide 5 - Diapositive
Voorbeeld:
Boek, 1 auteur, 2e editie, geen link;
Achternaam Auteur, Initialen. (Publicatiejaar). Titel van boek (Editie ed.). Uitgever.
Verhoeven, N. (2018). Wat is onderzoek? Praktijkboek voor methoden en technieken (2de ed.). Boom.
Slide 6 - Diapositive
Bronvermelding
Slide 7 - Diapositive
Citeren - hoe moet dat?
Citeren is letterlijk een deel uit de tekst overschrijven.
Een hele zin citeren
'Wat weten we inmiddels over hoe taal en emotie bij elkaar komen?' (Op Niveau 3 vwo, 2024)
Gebruik aanhalingstekens!
Slide 8 - Diapositive
Tekststructuren
Een tekststructuur is een net woord voor 'opbouw van de tekst (inleiding, middenstuk en slot). Er zijn maar liefst zes verschillende tekststructuren.