weer en klimaat - herhaling

Waar ging het thema weer en klimaat over?
1 / 37
suivant
Slide 1: Carte mentale
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Waar ging het thema weer en klimaat over?

Slide 1 - Carte mentale

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, neerslag en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 2 - Quiz

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 3 - Quiz

Wanneer waait de wind het hardst?
A
Bij een hoge drukgebied
B
Bij een lage drukgebied
C
Als isobaren dicht bij elkaar staan
D
Als isobaren ver van elkaar staan

Slide 4 - Quiz

Landschappen in de VS
1. Twee grote gebergten
  • Appalachen -> oostkust
  • Rocky Mountains -> Westkust
2. Binnenland = vlak
    • Centrale Laagvlakte (< 500 m)
    • Great Plains (>500m)
    3. Oostkust
    • kustvlakte
    4. Westkust: 
    • vruchtbaar langs de kust    
    • woestijn verder het binnenland in
    Rocky Mountains met de bekende kloof Grand Canyon
    De Appalachen, een gebergte met veel bomen.
    De Great Plains: groot vlak gebied in het midden van de VS. 
    Hier lopen koeien los op uitgestrekt grasland = extensieve veeteelt.
    De kustvlakte in het zuiden heeft een warm klimaat. Hier wordt katoen verbouwd.
    In de Centrale Laagvlakte vind je grote boerderijen. Er wordt bv. maïs verbouwd op de enorme akkers. Er wordt veel met machines gewerkt om zoveel mogelijk opbrengst te halen uit elke hectare grond. 
    Dit heet: intensieve veeteelt.
    Het Great Basin is voornamelijk woestijn omdat het achter het gebergte Sierra Nevada ligt. Hier is het heetste en droogste punt van de VS: Death Valley. Het kan hier meer dan 50 graden Celsius worden!
    In Californië is het klimaat gunstig: warm in de zomer en zacht in de winter. Hier verbouwen de boeren fruit en zie je veel wijnboeren.
    Wel is irrigatie nodig omdat er niet genoeg neerslag valt.

    Slide 5 - Diapositive

    In welke klimaatzone vind je de grootste bevolkingsconcentraties?
    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 6 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Poolklimaat

    Slide 7 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd zeeklimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 8 - Quiz


    A
    Tropisch klimaat
    B
    Droog klimaat
    C
    Gematigd klimaat
    D
    Pool klimaat

    Slide 9 - Quiz

    Central Valley heeft een mediterraan klimaat.

    In welk seizoen zal dus de grootste hoeveelheid water kunnen worden verzameld en opgeslagen?
    A
    Lente
    B
    Zomer
    C
    Winter
    D
    Alle drie juist

    Slide 10 - Quiz

    Het weer in Hawaii is vaak hetzelfde. Zo zijn er weinig temperatuurverschillen. De dagtemperaturen in de zomer zijn gemiddeld 29,4°C. In de winter is de gemiddelde dagtemperatuur 26,6°C.
    Welk klimaat kom je tegen in Hawaii?
    A
    Mediterraan klimaat
    B
    Savanneklimaat
    C
    Steppeklimaat
    D
    Tropisch regenwoudklimaat

    Slide 11 - Quiz

    In de VS heersen twee koude klimaten: het toendraklimaat in Alaska en het hooggebergteklimaat in de Rocky Mountains. Door welke factoren worden deze klimaten vooral bepaald?
    A
    De breedteligging van Alaska en de hoogteligging van de Rocky Mountains.
    B
    De hoogteligging van Alaska en de windrichtingen bij de Rocky Mountains.
    C
    De zeestromen bij Alaska en de hoogteligging bij de Rocky Mountains.
    D
    De zeestromen bij Alaska en de windrichtingen bij de Rocky Mountains.

    Slide 12 - Quiz

    Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Maak de juiste combinaties 
    Windrichting
    Breedteligging
    Bergen
    Zeestromen
    In het noordoosten van de VS zorgt dit voor weinig invloed van de zee op het klimaat.
    Dit zorgt aan de noordwestkust van de VS voor hogere temperaturen.
    Hierdoor kan warme wind uit het zuiden diep het binnenland van de VS indringen.
    Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.

    Slide 13 - Question de remorquage

     Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
    lagedrukgebied
    hogedrukgebied
    weinig neerslag
    veel neerslag
    stijgende lucht
    dalende lucht

    Slide 14 - Question de remorquage

    De wet van Buys Ballot luidt:
    A
    De wind waait altijd van L naar H
    B
    De wind waait altijd van H naar L
    C
    De wind waait altijd van rechts naar links
    D
    De wind waait soms wel en soms niet

    Slide 15 - Quiz

    Slide 16 - Vidéo

    Tornado
    Blizzard
    Orkaan
    Depressie

    Slide 17 - Question de remorquage

    Hoe ontstaat een tornado? Sleep de 
     omschrijvingen in de juiste volgorde. 
    1
    2
    3
    4
    5
    6
    Er zijn grote verschillen in temperatuur van de lucht.
    De warme lucht stijgt heel snel op.
    Droge, koude lucht botst tegen warme vochtige lucht.
    Bovenin is het koud, onderin is het warm.
    Er wordt lucht aangezogen.
    De lucht gaat draaien.

    Slide 18 - Question de remorquage

    Lees onderstaande tekst, de volgende vragen gaan hierover. 
    Voorbereiding op orkaan Sandy oktober 2012
    De burgemeester van New York spoort inwoners van laaggelegen buurten in de wijken Manhattan en Queens aan om te vertrekken. Voor vanmiddag moeten er 375.000 mensen hun huis verlaten, bepaalde de burgemeester. 'Als je dat niet doet, dan breng je niet alleen je eigen leven in gevaar, maar ook de levens van hulpverleners die jou gaan redden,' zegt hij. 'Dit is een ernstige en gevaarlijke storm.'

    Slide 19 - Diapositive

    Welk begrip hoort er bij de oproep van de burgemeester van New York dat mensen het best kunnen vertrekken uit de genoemde wijken omdat het niet meer veilig was?
    A
    Risicoperceptie
    B
    Evacueren
    C
    Hazard management
    D
    Wegsturen

    Slide 20 - Quiz

    Nuttige neerslag?

    Slide 21 - Carte mentale

    Nuttige neerslag = neerslag die beschikbaar is voor gebruik, dus de neerslag minus de verdamping.

    Slide 22 - Diapositive

    Neerslag
    Waterput
    Aquifer
    Infiltratie
    Ondoorlaten-de laag

    Slide 23 - Question de remorquage

    Wat is de goede volgorde?
    A
    Verdamping, condensatie, afkoelen, regen, stijgende lucht
    B
    Condensatie, verdamping, stijgende lucht, regen, afkoelen.
    C
    Verdamping, stijgende lucht, afkoelen, condensatie, regen.
    D
    Afkoelen, verdamping, condensatie, stijgende lucht, regen.

    Slide 24 - Quiz

    Wat is neerslagintensiteit?
    A
    De schade van neerslag die valt
    B
    Hoeveelheid neerslag die per uur of dag valt
    C
    De piekafvoer van de neerslag
    D
    Ongelijke neerslag verdeling

    Slide 25 - Quiz

    Aanlandige wind in de winter zorgt voor
    A
    verkoeling bij een hoge luchtdruk
    B
    opwarming bij een lage luchtdruk
    C
    verkoeling
    D
    opwarming

    Slide 26 - Quiz

    Sleep de begrippen op de juiste plaats!
    Stuwings regen
    Regen schaduw

    Slide 27 - Question de remorquage

    Verdamping
    Regen / sneeuw
    Stuwings-regen
    Stijgings-regens
    Water zakt in de bodem.
    Grondwater

    Slide 28 - Question de remorquage

    Aanlandige wind in de zomer zorgt voor
    A
    verkoeling
    B
    opwarming van de aarde
    C
    verkoeling bij een hoge luchtdruk
    D
    opwarming bij een lage luchtdruk

    Slide 29 - Quiz

    Een vegetatiezone is....
    A
    Een gebied waar alleen vegetariers wonen
    B
    Een gebied met eigen soorten planten
    C
    Een gebied met heel veel verschillende planten
    D
    Een gebied met vergeten planten

    Slide 30 - Quiz

    Wat wordt in het zuiden van de VS vooral verbouwd?
    A
    Graan
    B
    Mais
    C
    Katoen en suiker
    D
    Koffie en koffiemelk

    Slide 31 - Quiz

    Zonder broeikasgassen is het -18 graden op aarde. Over welk effect gaat het hier?
    A
    Broeikaseffect
    B
    Klimaatverandering
    C
    Natuurlijk broeikaseffect
    D
    Versterkt broeikaseffect

    Slide 32 - Quiz

    Spanje
    1. Mediterraan klimaat
    2. gematigd zee klimaat
    3. landklimaat
    4. steppeklimaat
    5. hooggebergteklimaat

    Slide 33 - Diapositive

    Welke 3 soorten regen ken je?

    Slide 34 - Question ouverte

    Ontbossing

    Slide 35 - Diapositive

    Ontbossing kan leiden tot verwoestijning.
    A
    juist
    B
    onjuist

    Slide 36 - Quiz

    Zijn jullie er klaar voor?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 37 - Sondage