13.1 een constant inwendig milieu

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

13.1 Een constant inwendig milieu

13.2 De huid en onderhuidsbindweefsel

Wat gaan we doen

Steeds krijgen jullie een stukje uitleg waarna we de vragen samen gaan maken van het HW

Dit doen we via LessonUp, dus iedereen moet mee doen. 

Je mobiel mag je alleen gebruiken het moment dat je de vraag invult. Ben je klaar met de vraag dan leg je je mobiel weer neer. 

Aan het einde van de les is er een Exitvraag

Leerdoel

13.1.1 Je kunt beschrijven hoe bij de mens een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd.

13.2.1 Je kunt de delen van de huid en van het onderhuidse bindweefsel noemen met hun kenmerken en functies.

Wat denk je dat een inwendig en een uitwendig milieu is?

Inwendig en uitwendig milieu

• Inwendig milieu: Weefselvloeistof en bloedplasma
• Uitwendig milieu: Alles wat geen weefselvloeistof en bloedplasma is. Dus wél: lucht in je longen, darminhoud, maaginhoud 

Het inwendige milieu wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen.

Uitwendig milieu

Inwendig of uitwendig
Voedingsstof die is opgenomen in het bloed

1. Inwendig
2. Uitwendig

Inwendig of uitwendig
Appel die in de maag terecht komt

1. Inwendig
2. Uitwendig

Inwendig of uitwendig
Urine in je urineblaas

1. Inwendig
2. Uitwendig

Inwendig of uitwendig
Zuurstof dat in je rode bloedcellen zit

1. Inwendig
2. Uitwendig

Opname van stoffen

Opname: een tekort aan bepaalde stoffen wordt voorkomen, doordat regelmatig stoffen worden opgenomen uit het uitwendige milieu.

- Darmkanaal: opname van voedingstoffen

-Longen: opname van zuurstof

Opslag

Lever: opslag van glucose, mineralen en vitamines

Spieren: opslag van glucose

De huid: opslag van vet in  het onderhuids bindweefsel

Beenmerg: opslag van vet in het gele beenmerg

Glucose wordt omgezet in glycogeen

Eiwitten worden niet opgeslagen

Wat wordt waar opgeslagen?

Onderhuidsbindweefsel (huid)

Lever

Geel beenmerg

Spieren

Glucose, mineralen en vitamines

Glucose

Vet 

Vet

Uitscheiding

Nieren: uitscheiding van urine met water, ureum en zouten

Lever: uitscheiding van gal met kleurstoffen

Longen: uitscheiding  van koolstofdioxide

Wat wordt waar uitgescheiden?

Longen

Lever

Nieren

urine met water, ureum en zouten

gal met kleurstoffen

koolstofdioxide

Hormonen

Spelen een belangrijke rol in het handhaven van het constante milieu

Hormoon insuline en glucagon --> houden glucose gehalte constant

(glucose is de suikerspiegel)

Zintuigen in je huid

De huid bestaat uit twee delen: de opperhuid en de lederhuid 

De huid heeft twee functies:

• De huid beschermt het lichaam tegen invloeden van buitenaf, zoals beschadiging, infectie en ultraviolette straling (uv-straling).

• De huid gaat waterverlies door verdamping tegen. Dit voorkomt uitdroging.

Met je tastzintuigen kun je waarnemen hoe voorwerpen aanvoelen, bijvoorbeeld glad, ruw, hard of zacht. De tastzintuigen liggen in tastknopjes.

Opperhuid

Bestaat uit 2 lagen

1. Hoornlaag: dode cellen

2. Kiemlaag: laag waar nieuwe cellen delen

Haren

Haarzakjes zijn uitstulpingen van 

de kiemlaag in de onderliggende lederhuid.

Vanuit de onderkant van het haarzakje groeit het haar.

Talgklieren (produceren talg) om de haren en de huid soepel te houden.

Fitness

Fenna heeft niet altijd zin om naar de sportschool te gaan om te fitnessen. Maar haar vriendin haalt haar altijd op. Daarom gaat ze toch altijd. Haar programma begint met warmlopen op de loopband. Daarna doen ze samen krachttraining. Dan nemen ze even pauze. Fenna eet een broodje kroket, drinkt een glas cola en gaat naar het toilet om te plassen. Na de pauze doen ze een halfuurtje conditietraining.

Tijdens de conditietraining neemt Fenna.....................    op met haar longen. In de pauze haalt Fenna een broodje kroket. De ...................................   uit dit broodje worden in haar .................   opgenomen in het bloed. De inhoud van haar darmkanaal behoort tot het ....................... milieu. Het teveel aan vet in het broodje kroket kan Fenna opslaan in haar ........................  en onder de ............ Het zetmeel in het broodje wordt in haar darmkanaal omgezet in glucose. De glucose komt dan in het bloed en in haar ................. milieu.  Het teveel aan glucose zet ze om in ..................  dat wordt opgeslagen in haar ............ en haar .................

Huid

Voedingsstoffen

Uitwendig

Darmen

Zuurstof

Glycogeen

Lever

Inwendig

Pijpbeenderen

Spieren

Vul de namen van de organen in van 1 tot en met 10

Welke van deze organen zijn scheiding organen?

Botten

Dunne darm

Hersenen

Lever

Longen

Nieren

Maag

Urineblaas

Nee

Nee

Nee

Nee

Nee

Ja

Ja

Ja

Waaruit bestaat het inwendig milieu van de mens?

Beschrijven hoe een vrij constant inwendig milieu wordt gehandhaafd

Wat ga je doen

13.1 Maak opdracht 1, 2, 3 en 5

13.2 maak opdracht 1 en 4